Nagerecht

Nagerecht
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Horeca bakkerij recreatieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nagerecht

Slide 1 - Slide

houdt in dat je in een puddingvorm een laag van vruchtengelei aanbrengt en die laat opstijven.
A
Chemiseren
B
vruchtengelei

Slide 2 - Quiz

Wat is een bavarois?
A
Een pudding die bestaat uit een deel slagroom en een deel compositie. Het wordt gebonden met gelatine.
B
Een heel luchtige pudding die je in verschillende smaken hebt.
C
Bij soepgarnituren zijn het kleine balletjes gehakt. Bij desserts een ovaal uitgeschepte bal mousse of ijs.

Slide 3 - Quiz

Hoe heten kleine, dunne pannenkoekjes?
A
Flensje
B
Crêpe
C
Beignet
D
Quenelles

Slide 4 - Quiz

Melkijs
A
Een luxe soort ijs. Het bestaat uit slagroom, eidooiers, suiker(stroop) en een smaakgever. Het wordt in een vorm, stilstaand bevroren.
B
IJs met minimaal 9% melkvet.
C
IJs met als basis yoghurt(mix) in plaats van melk. Het wordt vaak in een softijsmachine gemaakt.
D
IJs met minimaal 2,5% melkvet.

Slide 5 - Quiz

Parfait
A
IJs met minimaal 2,5% melkvet.
B
IJs met minimaal 2,5% melkvet.
C
Een luxe soort ijs. Het bestaat uit slagroom, eidooiers, suiker(stroop) en een smaakgever. Het wordt in een vorm, stilstaand bevroren.

Slide 6 - Quiz

Roomijs
A
IJs gemaakt van vruchtenpuree, suiker, water en een smaakgever (likeur). Het bevat geen slagroom.
B
IJs met minimaal 2,5% melkvet.
C
IJs met minimaal 9% melkvet.

Slide 7 - Quiz

Softijs
A
IJs gemaakt van vruchtenpuree, suiker, water en een smaakgever (likeur). Het bevat geen slagroom.
B
IJs gemaakt met een speciale mix in een speciale machine.
C
IJs met minimaal 2,5% melkvet.

Slide 8 - Quiz

Waterijs
A
IJs gemaakt van vruchtenpuree, suiker, water en een smaakgever (likeur). Het bevat geen slagroom.
B
IJs gemaakt met een speciale mix in een speciale machine.
C
IJs met minimaal 9% melkvet.

Slide 9 - Quiz

Yoghurtijs
A
IJs met minimaal 2,5% melkvet.
B
IJs gemaakt met een speciale mix in een speciale machine.
C
IJs met als basis yoghurt(mix) in plaats van melk. Het wordt vaak in een softijsmachine gemaakt.

Slide 10 - Quiz

Welke ingrediënten zitten er in een compositie?
A
Vruchtenpuree
B
ijs
C
Suiker
D
Eidooier

Slide 11 - Quiz

Coulis
A
Dit is fruit gekookt in water of witte wijn met suiker en andere smaakgevers.
B
Dit is een vruchtensaus/-puree van gepureerde vruchten en suiker. Je kunt dit gebruiken voor de bereiding van vruchtensauzen, -bavarois en -ijs.

Slide 12 - Quiz

Moes
A
Dit van vruchten is een bijgerecht of nagerecht. Fruit kook je in water of witte wijn met suiker en andere smaakgevers. Hiervoor wordt het fruit door een roerzeef zeer fijn gemaakt.
B
Dit is fruit gekookt in water of witte wijn met suiker en andere smaakgevers.

Slide 13 - Quiz

Compote
A
Dit is fruit gekookt in water of witte wijn met suiker en andere smaakgevers.
B
Dit is een vruchtensaus/-puree van gepureerde vruchten en suiker. Je kunt dit gebruiken voor de bereiding van vruchtensauzen, -bavarois en -ijs.

Slide 14 - Quiz

Wat is een mousse?
A
Bij soepgarnituren zijn het kleine balletjes gehakt. Bij desserts een ovaal uitgeschepte bal mousse of ijs.
B
Een heel luchtige pudding die je in verschillende smaken hebt.
C
Een pudding die bestaat uit een deel slagroom en een deel compositie. Het wordt gebonden met gelatine.

Slide 15 - Quiz

Wat zijn quenelles?
A
Een heel luchtige pudding die je in verschillende smaken hebt.
B
Een pudding die bestaat uit een deel slagroom en een deel compositie. Het wordt gebonden met gelatine.
C
Bij soepgarnituren zijn het kleine balletjes gehakt. Bij desserts een ovaal uitgeschepte bal mousse of ijs.

Slide 16 - Quiz

is een techniek die aan tafel wordt gedaan. Voeg aan een gerecht een sterk alcoholhoudende drank toe en steek deze in brand. Door de sterke drank in brand te steken, verdwijnt de alcohol uit het gerecht, maar blijft de smaak aanwezig.
A
Flamberen
B
frapperen

Slide 17 - Quiz

Dit is fruit dat door een bierbeslag gehaald is en dan gefrituurd.
A
Beignet
B
Pannekoek
C
Wentelteefje

Slide 18 - Quiz

Dit is net een flensje maar dan dikker en groter.
A
Beignet
B
Wentelteefje
C
Pannekoek

Slide 19 - Quiz

De...........hebben als basis melk. Melk wordt gebonden met eidooiers of met een zetmeelhoudend bindmiddel zoals custardpoeder.
A
Vruchtensaus
B
melksauzen

Slide 20 - Quiz

is een saus gemaakt van vruchten. Deze sauzen zijn er in zo veel smaken als er vruchten zijn. Het wordt gemaakt van vers vruchtensap met vocht en gebonden met zetmeel.
A
Vruchtensaus
B
melksauzen

Slide 21 - Quiz

Dit wordt gemaakt van witbrood. Je maakt het door een stuk oud witbrood door een mengsel van ei, suiker, kaneel en melk te halen. Daarna bak je het in een koekenpan.
A
Pannekoek
B
Wentelteefje
C
Beignet

Slide 22 - Quiz

Waar wordt slagroom van gemaakt?
A
Koemelk
B
Room

Slide 23 - Quiz

Bierbeslag
A
Is beslag van bloem, melk, zout, suiker, eieren én gist of zelfrijzend bakmeel. Beslag moet klontvrij zijn. Dit is wat dikker dan flensjesbeslag.
B
beslag dat luchtig wordt door de toevoeging van bier. In bier zitten gistcellen die het beslag laten rijzen.
C
Dit is wat dunner dan dat voor pannenkoeken. Hierdoor is het mogelijk om dunne pannenkoekjes te bakken. Je maakt dit beslag door bloem, melk, zout, suiker en eieren klontvrij tot een beslag te roeren.

Slide 24 - Quiz

Flensjesbeslag
A
Dit is wat dunner dan dat voor pannenkoeken. Hierdoor is het mogelijk om dunne pannenkoekjes te bakken. Je maakt dit beslag door bloem, melk, zout, suiker en eieren klontvrij tot een beslag te roeren.
B
beslag dat luchtig wordt door de toevoeging van bier. In bier zitten gistcellen die het beslag laten rijzen.
C
Is beslag van bloem, melk, zout, suiker, eieren én gist of zelfrijzend bakmeel. Beslag moet klontvrij zijn. Dit is wat dikker dan flensjesbeslag.

Slide 25 - Quiz

Pannenkoekenbeslag
A
Dit is wat dunner dan dat voor pannenkoeken. Hierdoor is het mogelijk om dunne pannenkoekjes te bakken. Je maakt dit beslag door bloem, melk, zout, suiker en eieren klontvrij tot een beslag te roeren.
B
beslag dat luchtig wordt door de toevoeging van bier. In bier zitten gistcellen die het beslag laten rijzen.
C
Is beslag van bloem, melk, zout, suiker, eieren én gist of zelfrijzend bakmeel. Beslag moet klontvrij zijn. Dit is wat dikker dan flensjesbeslag.

Slide 26 - Quiz

Soezenbeslag
A
Dit wordt gemaakt van eiwit en suiker. Je gebruikt het om bakjes of dunne koekjes van te maken voor desserts. Dit beslag strijk je met behulp van een sjabloon (mal) uit op een bakplaat in de gewenste vorm. Na het bakken moet je de tuilles of oublies snel in vorm brengen.
B
of kookbeslag, boter of margarine in melk of water laten smelten en aan de kook te brengen. Je roert er bloem door en verhit nog even goed. Tot slot roer je er in vier delen de eieren door.

Slide 27 - Quiz

Oubliebeslag
A
Dit wordt gemaakt van eiwit en suiker. Je gebruikt het om bakjes of dunne koekjes van te maken voor desserts. Dit beslag strijk je met behulp van een sjabloon (mal) uit op een bakplaat in de gewenste vorm. Na het bakken moet je de tuilles of oublies snel in vorm brengen.
B
beslag dat luchtig wordt door de toevoeging van bier. In bier zitten gistcellen die het beslag laten rijzen.

Slide 28 - Quiz

Hoe heten vruchten van citrusplanten of citrusbomen, bijvoorbeeld citroenen en mandarijnen?
A
Tropisch fruit
B
Citrus fruit
C
Steenvruchten

Slide 29 - Quiz

Dit is fruit met een harde pit erin, bijvoorbeeld kersen en nectarines.
A
Citrus fruit
B
Tropisch fruit
C
Steenvruchten

Slide 30 - Quiz

Een......is een voeler in een moderne koel- of vrieskast. Deze voelers registreren en geven temperaturen door aan een computer. Via dit systeem kun je over een bepaalde periode het temperatuurverloop in een koel- of vriesruimte zichtbaar maken en printen.
A
datalogger
B
kidde-apparaat

Slide 31 - Quiz

Het......is het kleinste professionele slagroomapparaat met een inhoud van een 0,5, 1 of 1,5 liter.
A
datalogger
B
kidde-apparaat

Slide 32 - Quiz

Hoe heet fruit dat komt uit tropische streken, zoals ananas?
A
Steenvruchten
B
Tropisch fruit
C
citroen fruit

Slide 33 - Quiz

Decoreren
A
Een gerecht opmaken
B
Afwerken op een mooie manier
C
Mooi versieren

Slide 34 - Quiz

Etiketteren
A
Een etiket met informatie op een grondstof plakken
B
Een gerecht opmaken
C
Mooi versieren

Slide 35 - Quiz

Uitboren
A
Dit is een schoonmaaktechniek waarmee de kern wordt verwijderd. Bijvoorbeeld het klokhuis uit een appel of de zaden uit een komkommer
B
Een gerecht opmaken
C
Een etiket met informatie op een grondstof plakken

Slide 36 - Quiz

Dresseren
A
Een gerecht opmaken
B
Mooi versieren
C
Een etiket met informatie op een grondstof plakken

Slide 37 - Quiz

Garneren
A
Afwerken op een mooie manier
B
Mooi versieren
C
Een gerecht opmaken

Slide 38 - Quiz

Bekijk de afbeeldingen. Op welke afbeelding is de sterfruit te zien?
A
sterfruit
B
Druiven
C
steenvruchten
D
kumquats

Slide 39 - Quiz

Bekijk de afbeeldingen. Op welke afbeelding zijn kumquats te zien?
A
steenvruchten
B
kumquats
C
sterfruit

Slide 40 - Quiz

Bekijk de afbeeldingen. Op welke afbeelding is jong belegen kaas te zien?
A
jong belegen kaas
B
oude kaas
C
jong kaas
D
overige kaas

Slide 41 - Quiz

Een......
A
kiwi
B
aardbei
C
appel
D
banaan

Slide 42 - Quiz