25 - 1VMA - Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Zoek zelf een plek. 

Als blijkt dat jullie dit niet kunnen, gaan we in het volgende uur naar de plattegrond die jullie samen met meneer Biesheuvel hebben gemaakt. 

Planning van deze les:

• Grammatica 

Volgende les: 

• Grammatica  

Aan het einde van deze les: 

• kun je de woordsoorten zelfstandig naamwoord, lidwoord en werkwoord benoemen 

WELKOM 1A :)

Ik zit hier, dus:

- ik doe mee met de les;

- ik ben stil tijdens de uitleg en mijn aandacht is bij wat de docent vertelt;

- ik zit recht en kijk naar de docent;

- tijdens het werken ben ik in stilte bezig met mijn taak; 

- als ik een vraag heb, steek ik mijn vinger op. 

Als ik hier niet voor kies, dan: 

- haal ik een roze kaart en blijf ik aan het einde van de dag na

Toetsplanning in Teams

Let op: we kunnen van de planning afwijken! 

Grammatica

Zinsdelen                                                                 Woordsoorten 

Grammatica

Zinsdelen                                                                 Woordsoorten 

Zelfstandig naamwoord

Onbepaald lidwoord

Werkwoord

Bepaald lidwoord

Woorden benoemen

Zelfstandig naamwoord

• Mensen, dieren, planten, dingen, namen, begrippen 
• Je kunt ze vaak in het meervoud zetten  
• Je kunt ze vaak verkleinen
• Je kunt er vaak een lidwoord voorzetten

Lidwoord

DE 

HET 

EEN

Lidwoord

DE 

HET 

EEN

Bepaald lidwoord

Onbepaald lidwoord

Het meisje uit Hardinxveld zoekt al heel de maandag een boek.

Lidwoorden

Het meisje uit Hardinxveld zoekt al heel de maandag een boek.

Zelfstandig naamwoorden

Het meisje uit Hardinxveld zoekt al heel de maandag een boek.

Werkwoorden

Het meisje uit Hardinxveld zoekt al heel de maandag een boek.

                   Individueel werken 

Wat	Maak (in je boek) van hoofdstuk 2.7 (Grammatica) opdracht 2 Als je klaar bent, steek je je vinger op. Je krijgt een antwoordblad. Leg het antwoordenblad op z'n kop op tafel voor als je buurman ook klaar is. Kijk de antwoorden na. Ga verder met de opdrachten bij 'klaar'.
Hoe	Individueel, in stilte
Hulp	Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd	Ongeveer 20 minuten
Uitkomst	We bespreken straks de eerste opdrachten.
Klaar	Maak opdracht 3 t/m 10 - en daarna 12 t/m 14 + 20 t/m 23

Antwoorden bespreken

• Er praat een iemand tegelijk
• Als je een vraag hebt, steek je je vinger op (graag, vragen mag!)
• Als je de vraag (nog) niet hebt gemaakt, probeer je alsnog een antwoord te geven. Het geeft niet als het nog niet helemaal goed is. Daar leer je juist van en je klasgenoten ook. 

Werkwoord 

• Een werkwoord zegt wat iemand of iets doet of wat er gebeurt
• In een zin kan de vorm van het werkwoord veranderen:
  ik - jij - hij/zij/het - wij - jullie - zij 

Antwoorden bespreken

• Er praat een iemand tegelijk
• Als je een vraag hebt, steek je je vinger op (graag, vragen mag!)
• Als je de vraag (nog) niet hebt gemaakt, probeer je alsnog een antwoord te geven. Het geeft niet als het nog niet helemaal goed is. Daar leer je juist van en je klasgenoten ook. 

                   Individueel werken 

Wat	Maak van hoofdstuk 2.7 (Grammatica) opdracht 3 t/m 10 + 12 t/m 14 + 20 t/m 23
Hoe	Individueel, in stilte
Hulp	Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd	Ongeveer 20 minuten
Uitkomst	We bespreken straks de eerste opdrachten.
Klaar	Oefen met de woordtrainer (2.5)

Kaften en e-mails

Samenvatting van de les

Jij: 

• weet nu wat zelfstandig naamwoorden zijn;
• weet nu wat bepaalde en onbepaalde lidwoorden zijn;
• weet nu wat werkwoorden zijn.

Huiswerk 

Maak van hoofdstuk 2.7 (Grammatica) opdracht 7, 9, 10, 13, 14, 20 en 21 t/m 23 

Vul de Exit Ticket in - daarna mag je je tas inpakken.

www.exitticket.nl