This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Oefenvragen toets
Hoofdstuk 4 Elektriciteit
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 4 Elektricitiet
Paragraaf 4.2
Spanningsbronnen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je de spanning meet.
Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Je weet voor welke spanning de meeste apparaten zijn ontworpen en wat je nodig hebt om apparaten die op een lagere spanning werken op een stopcontact te kunnen aansluiten.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
1,5 Volt
1,5 Volt
2 batterijen van 1,5 Volt in serie geschakeld
levert een spanningsbron van 3,0 Volt op
Slide 18 - Slide
Netspanning is 230 Volt
Stopcontacten: 230 Volt
Om dit om te zetten naar lager voltage gebruik je een transformator