5V thema 2 BS 4

Vorming van gedrag
Vwo 5
Thema 2
Basisstof 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vorming van gedrag
Vwo 5
Thema 2
Basisstof 4

Slide 1 - Slide

Vandaag 
Leerdoel:
  • Je kunt toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald
  • Je kunt de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving

Programma:
  1. Bespreken hw
  2. Uitleg: vorming van gedrag
  3.  Zelf werken

Slide 2 - Slide

Een blad valt van een boom.
Dit is gedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Noem drie handelingen die je uitvoert wanneer je huiswerk maakt.

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Welke gedragselementen vertoont de kikker?

Slide 6 - Open question

Op welke prikkel reageert de kikker?
A
De mieren op het scherm
B
De vinger
C
Honger
D
Beweging

Slide 7 - Quiz

Vorming van gedrag
Gedrag aan aangeboren (erfelijk) of aangeleerd zijn.

Soms is het een
combinatie
bijv.: zang van 
vogels


Slide 8 - Slide

Reflexen
Simpelste vorm van gedrag

Een plotselinge prikkel die een automatische, onwillekeurige en steeds dezelfde reactie uitlokt.

Aangeboren, niet aangeleerd

Sommige reflexen verdwijnen na verloop van tijd.

Slide 9 - Slide

Motivatie
 = de bereidheid om bepaalde gedragssystemen uit te voeren.

Dit is afhankelijk van:
  • Anatomie
  • Fysieke toestand
  • Interne prikkel
  • Externe prikkels
  • Periodieke invloeden (daglengte/temp.)

Slide 10 - Slide

Sleutelprikkels en supranormale prikkels
Sleutelprikkel = prikkel die een vaste handeling oproept (wanneer de motivatie aanwezig is)

Supranormale prikkel = Overdreven (kunstmatige) prikkel die overdreven reactie oproept.

Dit wordt gebruikt in reclametechnieken!

Slide 11 - Slide

Welke van deze honden zou je het liefst verzorgen?

Slide 12 - Slide

Welk hond van de vorige slide zou je het liefst verzorgen? Waardoor kies je voor deze?

Slide 13 - Open question

Hiernaast zie je een mannetjes en vrouwtjes stekelbaars. Wat zou voor een mannetje de sleutelprikkel kunnen zijn om een ander mannetje wel, maar een vrouwtje niet weg te jagen uit zijn territorium?
A
De stekels op de rug
B
De buikvin
C
De lengte van de vis
D
De rode buik

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Van welke type prikkel maken reclamemakers gebruik? En wat is het doel hiervan?
A
Sleutelprikkel; Grotere verkoop
B
Sleutelprikkel; Mensen blij maken
C
Supranormale prikkel; Grotere verkoop
D
Supranormale prikkel; mensen blij maken

Slide 16 - Quiz

Geef een voorbeeld van een supranormale prikkel die jij uit je omgeving kent.

Slide 17 - Open question

Waardoor komt het dat de niet realistische modellen wel een respons opwekken?
A
Het realistische model schrikt af
B
Het realistische model is niet rood, die andere modellen wel.
C
Een vis wordt meer aangetrokken tot niet stekelige voorwerpen.
D
De rode modellen bevatten geen sleutelprikkels

Slide 18 - Quiz

Zelf werken
Lezen:
BS 4 (blz. 87 t/m 90)

Maken:
BS 4 opdr. 30 t/m 37

Kun je:
  • toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald
    ?
  • de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving?

Slide 19 - Slide

Tot maandag!

Slide 20 - Slide

Heb je nog vragen?

Slide 21 - Open question