H2.3 Politieke cultuur in Europa les afsluiting

H2.3 Politieke cultuur in Europa lesafsluiting
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2.3 Politieke cultuur in Europa lesafsluiting

Slide 1 - Slide

Welk Europees land deed mee aan alle coalitieoorlogen tegen Napoleon?
A
Rusland
B
Oostenrijk - Hongarije
C
Pruisen
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 2 - Quiz

Frankrijk wordt onmiddellijk na het Congres
A
Een koninkrijk onder leiding van de de broer van Lodewijk XVI
B
Een Republiek onder leiding van de Nationale Conventie
C
Een keizerrijk onder leiding van de neef van Napoleon
D
Een democratische staat met algemeen mannenkiesrecht

Slide 3 - Quiz

Wat was het voornaamste doel van het Congres van Wenen?
A
het creëren van een nieuw machtsevenwicht
B
gezamenlijk Napoleon verslaan
C
De macht van Frankrijk inperken
D
restauratie van de macht van de oude machthebbers

Slide 4 - Quiz

Het Congres van Wenen vond plaats in
A
1813 - 1814
B
1814 - 1815
C
1815 - 1816
D
1816 - 1817

Slide 5 - Quiz

Welke uitspraak klopt over de 19de eeuwse liberalen:
A
Ze waren tegenstanders van de nachtwakerstaat
B
Ze waren voorstanders van inmenging in de sociale kwestie
C
Ze vonden dat de macht van de koning beperkt moest worden door een grondwet
D
Ze streefden het Verlichte ideaal van gelijkheid in de samenleving na

Slide 6 - Quiz

In 1814 bestijgt een jongere broer van Lodewijk XVI de Franse troon als Lodewijk XVIII. Op 4 juni van dat jaar vaardigt hij onderstaand handvest uit: 
De huidige toestand van het koninkrijk vroeg om een constitutioneel handvest; we hebben het beloofd en we publiceren het. (…) Wij moesten naar het voorbeeld van onze voorgangers op de troon de gevolgen in acht nemen van de steeds toenemende vooruitgang van de kennis, de nieuwe verhoudingen die deze vooruitgang in de samenleving heeft voortgebracht (…), en de heftige veranderingen die daaruit voortkwamen. We hebben beseft dat het verlangen van onze onderdanen naar een constitutioneel handvest uitdrukking gaf aan een reële nood. Terwijl wij toegeven aan dat verlangen, hebben wij echter alle voorzorgsmaatregelen genomen om ervoor te zorgen dat dit handvest waardig is aan ons en aan het volk waarover wij zo trots zijn te heersen. (…)
Om deze redenen gunnen en verlenen wij, uit vrije wil en door de vrije uitoefening van ons koninklijk gezag, aan onze onderdanen (…) het constitutioneel handvest dat hieronder volgt
Dit handvest is een compromis tussen voorstanders van de
Franse Revolutie en voorstanders van de Restauratie.
Ondersteun deze conclusie door, telkens met een ondersteuning van de bron uit te leggen dat dit handvest:
 aansluit bij de democratische revoluties uit de voorafgaande tijd en
 ook past bij de Restauratie.
(4p)

Slide 7 - Slide

Een conclusie:
Dit handvest is een compromis tussen voorstanders van de
Franse Revolutie en voorstanders van de Restauratie.
Ondersteun deze conclusie door, telkens met een ondersteuning van de bron uit te leggen dat dit handvest:
 aansluit bij de democratische revoluties uit de voorafgaande tijd en
 ook past bij de Restauratie.
(4p)

Slide 8 - Open question

Het conservatisme is een ..
A
politiek maatschappelijke stroming die verschillen in macht wil behouden
B
politiek maatschappelijke stroming die voor vrijheid en gelijkheid is
C
stroming die wil dat kinderen niet meer in fabrieken werken
D
stroming die voor vrouwenemancipatie is

Slide 9 - Quiz

Het conservatisme ontstond onder andere als reactie op ...
A
Het liberalisme
B
Het socialisme
C
De Industriële Revolutie
D
De Franse Revolutie

Slide 10 - Quiz

Leg met de begrippen ‘individuele vrijheid’ en ‘economische vrijheid’ uit welke twee verlichte denkers de meeste invloed hadden op het liberalisme.


A
Locke en Smith
B
Locke en Rousseau
C
Rousseau en Smith
D
Rousseau en Montesquieu

Slide 11 - Quiz

Welke politiek-maatschappelijke stroming past bij deze bron
A
Liberalisme
B
Conservatisme
C
Nationalisme
D
Socialisme

Slide 12 - Quiz

Het communisme wil...
A
Een sterke leider, aan wie iedereen gehoorzaam is.
B
Gelijke verdeling van bezit en macht.
C
Democratie
D
De mogelijkheid om winst te maken en rijk te worden

Slide 13 - Quiz

Confessionalisme is een politieke stroming die
A
De arbeider centraal stelt
B
Het geloof centraal stelt
C
Gelijkheid centraal stelt
D
De ondernemer centraal stelt

Slide 14 - Quiz

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 15 - Quiz

Wie mochten er in de tweede helft van de 19e eeuw stemmen?
A
Iedereen boven de 18
B
Alleen mannen
C
Alleen de arbeidsklasse
D
Rijke mannen

Slide 16 - Quiz

Wat was de eerste sociale wet?
A
Het kinderwetje van Houten
B
De Leerplicht
C
Het algemeen kiesrecht
D
De AOW

Slide 17 - Quiz

Welk Verlicht ideaal past bij welke politieke stroming:
Conservatisme
Liberalisme
Socialisme
Nationalisme
Vrijheid
Gelijkheid
Broederschap
Onzin, die Verlichte idealen! Alles moet blijven zoals het is.

Slide 18 - Drag question



Een geschiedenis: 
In 1868 richtten arbeiders in Amsterdam de vereniging Bouwmaatschappij tot Verkrijging van Eigen Woningen op. Arbeiders die lid werden van deze vereniging legden elke week een klein geldbedrag in. Met dit geld werd er grond gekocht en werden huizen gebouwd. De oprichting van de Bouwmaatschappij paste bij de kenmerkende aspecten 'de opkomst van emancipatiebewegingen' en bij 'discussies over de 'sociale kwestie''.
Geef voor elk kenmerkend aspect apart aan waardoor de oprichting van
de Bouwmaatschappij erbij paste (2p)


Slide 19 - Open question

antwoord:
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De oprichting van de Bouwmaatschappij paste bij 'de opkomst van
emancipatiebewegingen' omdat arbeiders zich hierdoor verenigden /
zeggenschap kregen over hun woning / niet afhankelijk waren van
fabriekseigenaren/kapitalisten. 1
• De oprichting van de Bouwmaatschappij paste bij 'discussies over de 'sociale kwestie'' omdat de arbeiders hierdoor werkten aan een
oplossing voor hun slechte (woon)omstandigheden. 1

Slide 20 - Slide

De sociale wet van van Houten (1874) moest een einde maken aan...
A
Economische verschillen tussen sociale standen
B
Slechte omstandigheden in de fabrieken
C
Kinderarbeid onder de 12 jaar
D
Het lage loon voor de fanbrieksarbeiders

Slide 21 - Quiz

In 1848 werd Nederland een constitutionele monarchie. Wat betekent dit?
A
De vorst heeft alle macht
B
De koning of koningin moeten komen uit de familie van Oranje Nassau
C
De vorst die zich moet houden aan de grondwet
D
Het parlement moet zich aan de grondwet houden

Slide 22 - Quiz

Censuskiesrecht betekent in de praktijk dat
A
Alle mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen mogen stemmen
C
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
D
Alle mannen en vrouwen mogen stemmen

Slide 23 - Quiz

katholiek
anti- revolutionair
liberaal
feminist
socialist
Thorbecke
Schaepman
Troelstra
Kuyper
Jacobs

Slide 24 - Drag question

katholiek
anti- revolutionair
liberaal
feminist
socialist
“Als werkeloze arbeider heb ik mijn hoop gevestigd op deze politieke stroming”
“Ik ben een voorstander van openbaar onderwijs”
“Ik studeer aan de Vrije Universiteit van Amsterdam”
“Ik stem op Abraham de Geweldige”
“ik wil ook aan de universiteit kunnen studeren net als Aletta”. 
“Eeuwenlang, al sinds de Opstand, werden wij gekleineerd en achtergesteld, nu is de tijd gekomen om ons te organiseren!”

Slide 25 - Drag question