08.11.2024

08.11.2024 vervolg Wiederholung
Schritt 23-28
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

08.11.2024 vervolg Wiederholung
Schritt 23-28

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
Samen bespreken opbouw Redemittel
ZElfstandig:
- 70% grammatica behaald?
1. Wiederholungsgrammatik online maken
2. proeftoets grammatica herhalen (link Magister)
3. zelfstandig oefenen met Vokabeln en Redemittel voor de toets.




70% grammatica niet behaald?
1. Nogmaals verleden tijd op andere manier met POEA herhalen.
2. online oefenen via Oscar Romero
3. proeftoets grammatica herhalen
(link Magister)
4. zelfstanig oefenen met Vokabeln en Redemittel


Slide 2 - Slide

vervolg toets
Redemittel (20P)

- Vul de onderstaande zinnen in het Duits aan (6 P). Kies uit de volgende woorden/combinaties.
- Vertaal de onderstaande zinnen (4P).
-Reageer passen en in een hele Duitstalige zin. Gebruik minimaal 5 woorden.
Zorg voor variatie in je antwoorden. (10P)



Slide 3 - Slide

De receptie heeft
de rekening.

Slide 4 - Open question

De handdoeken
zijn schoon.

Slide 5 - Open question

Reageren op de Redemittel
Tips:
-Neem gedeeltes van de zin over.
- Maak voor jezelf een woordenlijstje van handige woorden die jij gaat leren.
- Schrijf achter elke zin in de Redemittel een reactie.
Voorbeeld:
Wie gefällt dir meine Hose?

meine                          deine
mir                                 dir

Deine Hose gefällt mir gut.
of
Deine Hose ist sehr schön.

Slide 6 - Slide

Gefällt dir meine Frisur?

Slide 7 - Open question

Ich mag Tennis lieber als Fußball.
Reageer in het Duits, gebruik minstens 5 woorden.

Slide 8 - Open question

verleden tijd vormen
stap 1: stam + (e)te

stap 2:
ìch
X
du
st
er/sie/es
X
wir
n
ihr
t
Sie/sie
n

Slide 9 - Slide

opdracht
schrijf de verleden tijd uit van kochen en reden
    koch         red
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie

Slide 10 - Slide

opdracht
schrijf de verleden tijd uit van kochen en reden
                                                      koch    te                                   red      ete
ich
 kochte
redete 
du
kochte   st
redete  st
er/sie/es
kochte
redete
wir
kochte   n
redete  n
ihr
kochte   t
redete  t
Sie/sie
kochte   n
redete  n

Slide 11 - Slide

Opdracht
Neem in aantekening:
  •  hoe de verleden tijd wordt gevormd 
  • hoe de tegenwoordige tijd wordt gevormd
  • Hoe het voltooid deelwoord wordt gevormd

Raadpleeg de grammatica achter in je boek
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 12 - Slide

te of ete?
melden
A
te
B
ete

Slide 13 - Quiz

te of ete?
antworten
A
te
B
ete

Slide 14 - Quiz

te of ete?
tanzen
A
te
B
ete

Slide 15 - Quiz

te of ete?
öffnen, regnen, rechnen, atmen, zeichnen
A
te
B
ete

Slide 16 - Quiz

te of ete?
waschen
A
te
B
ete

Slide 17 - Quiz

te of ete?
reisen
A
te
B
ete

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link