05.11.2024 Wiederholung Schritt 223-28

05.11.2024 Wiederholung Schritt 223-28
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

05.11.2024 Wiederholung Schritt 223-28

Slide 1 - Slide

inhoud kennis- en vaardighedentoets
Lesen: 15 P
Neem de volgende slides in aantekening.
( zelf opschrijven stimuleert het leren)




Slide 2 - Slide

Waar staan de antwoorden?
  • kernzinnen
  • :
  • signaalwoorden ( denn/aber/weil enz)

Slide 3 - Slide

Theorie meerkeuzevraag
  • antwoorden bedekken en eerst zelf formuleren
  • markeer in de tekst
  • vergelijk jouw antwoord met de opties
  • streep pindakaasantwoorden weg

Slide 4 - Slide

Theorie open vraag
  • Antwoord in het Nederlands. (tenzij anders aangegeven).
  • Herhaal de vraag in je antwoord.
  • Markeer je antwoord in de tekst.
  • Formuleer in goed Nederlands.
  • citeren ( = antoord letterlijk overnemen uit de tekst)

Slide 5 - Slide

Opdracht
Tekst lezen en bespreken

Slide 6 - Slide

vervolg inhoud toets
VOKABELN (20P)
Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits. (6P)
Vertaal de volgende zinnen naar het Duits. (8P)
Vertaal de onderstreepte woorden naar het Nederlands. (6P)

Slide 7 - Slide

vervolg inhoud toets
GRAMMATIK (20 P)
Vul de juiste werkwoordsvormen in de verleden tijd in. (10P)
WIEDERHOLUNGSGRAMMATIK
Vul vormen van de tegenwoordige tijd of vul het voltooid deelwoord in. (5P)
WIEDERHOLUNGSGRAMMATIK/LESEN (5P)
Vul de juiste vorm in. Gebruik iedere vorm maar 1x. pas op! Er blijven vormen over.

Slide 8 - Slide

Opdracht
Neem in aantekening:
  •  hoe de verleden tijd wordt gevormd 
  • hoe de tegenwoordige tijd wordt gevormd
  • Hoe het voltooid deelwoord wordt gevormd

Raadpleeg de grammatica achter in je boek
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 9 - Slide

Opdracht
Oefen online
Maak in deze les de GRammatik en Wiederholungsgrammatik van de D-Prüfung.

Slide 10 - Slide

vervolg toets
Redemittel (20P)

- Vul de onderstaande zinnen in het Duits aan (6 P). Kies uit de volgende woorden/combinaties.
- Vertaal de onderstaande zinnen (4P).
-Reageer passen en in een hele Duitstalige zin. Gebruik minimaal 5 woorden.
Zorg voor variatie in je antwoorden. (10P)



Slide 11 - Slide

De kamer heeft
een douche.

Slide 12 - Open question

De receptie heeft
de rekening.

Slide 13 - Open question

De handdoeken
zijn schoon.

Slide 14 - Open question

Reageren op de Redemittel
Tips:
-Neem gedeeltes van de zin over.
- Maak voor jezelf een woordenlijstje van handige woorden die jij gaat leren.
- Schrijf achter elke zin in de Redemittel een reactie.
Voorbeeld:
Wie gefällt dir meine Hose?

meine                          deine
mir                                 dir

Deine Hose gefällt mir gut.
of
Deine Hose ist sehr schön.

Slide 15 - Slide

Gefällt dir meine Frisur?

Slide 16 - Open question

Ich mag Tennis lieber als Fußball.
Reageer in het Duits, gebruik minstens 5 woorden.

Slide 17 - Open question