This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom bij wiskunde
Slide 1 - Slide
Planning van deze les
Terugkijken naar de vorige les
Uitleg nieuwe leerdoelen
Werken aan hw als er tijd over is.
Slide 2 - Slide
Leerdoel van de vorige les:
Paragraaf 3:
De normale verdeling en betrouwbaarheidsintervallen
Ik ben bekend met de begrippen steekproef en populatie.
Ik kan rekenen met proporties
Slide 3 - Slide
Een bedrijf wil weten hoe bekend het is en laat daarvoor onderzoekers rond etenstijd aanbellen bij mensen thuis om hen vragen te stellen. Waarom is dit geen goede steekproef?
A
Het is niet representatief
B
Het is niet aselect
C
Het is niet voldoende groot
Slide 4 - Quiz
Leerdoel van deze les:
Paragraaf 3:
De normale verdeling en betrouwbaarheidsintervallen
Ik kan het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor een populatieproportie berekenen.
Slide 5 - Slide
In het schap van een winkel liggen 56 broeken. Kyra past vier broeken, maar helaas zijn er van twee een naadje los.
Geef de steekproefproportie van het aantal broeken waar een naadje van los is.
Slide 6 - Open question
In het schap van een winkel liggen 56 broeken. Kyra past vier broeken, maar helaas zijn er van twee een naadje los.
Hoe groot schat jij de populatieproportie van het aantal broeken waar een naadje van los is op basis van het resultaat bij Kyra?
Slide 7 - Open question
De bedrijfsleider schrikt van het resultaat bij Kyra en onderzoekt alle 56 broeken. Gelukkig zijn er slechts twaalf broeken waar er een naadje van los is.
Bereken op twee decimalen nauwkeurig de populatieproportie van het aantal broeken waar een naadje van los is.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bij een politiecontrole rijden acht van de 200 auto’s te hard. Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het percentage auto’s dat te hard rijdt. Geef de bijbehorende conclusie.
Slide 12 - Open question
huiswerk voor deze paragraaf
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
Ik kan het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor een populatieproportie berekenen.
Maak hiervoor de opgaven 42 en 44 van paragraaf 3 van H10