T1C week 25

Nederlands
20 juni
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
20 juni

Slide 1 - Slide

Programma
Lesdoel: je werkt verder aan je opdracht bij je boek

- Belangrijkste begrippen bespreken
- Opdracht bespreken
- Middenstuk van degene naast je nakijken
- Slot schrijven

Slide 2 - Slide

Literaire begrippen
Motieven: abstracte en concrete motieven
Personages: round en flat character
Perspectief: ik, personaal, auctoriaal
Stijl: manier van schrijven
Thema: 'waar gaat het verhaal over?'
Titelverklaring: 'wat betekent de titel?'

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Lees het middenstuk van degene naast je. Help bij het verbeteren van de inleiding. Verbeter ook je eigen inleiding.
Zit alles in het middenstuk?
- Vier van de zes begrippen
- Allemaal een eigen alinea
- Goede kernzinnen
- voorbeelden uit het boek gebruikt

Slide 5 - Slide

Opdracht (30 minuten)
Schrijf je middenstuk verder af.

Al klaar?
Schrijf het slot:
- Samenvatting
- Conclusie
Wat wil je dat de lezers uit je opdracht meenemen?

Slide 6 - Slide

Nederlands
20 juni

Slide 7 - Slide

Programma
Lesdoel: je werkt verder aan je opdracht bij je boek of je leert voor de toets

- Opdracht boek: wat moet je nog doen?
- Toets toetsweek: hoe ziet die eruit?
- Leren voor toetsweek: wat moet je nog leren?

Slide 8 - Slide

Toetsweek
Toets lezen blok 1 tot en met blok 6

- Begrippen weten
- Kunnen toepassen
- Goed de tekst lezen en vragen over de tekst maken

- Geen bijlage deze keer!

Slide 9 - Slide

Lezen blok 1-5
- Tekstdoel
- Tekstsoort en tekstvorm
- Publiek
- Orienterend lezen, globaal lezen, intensief lezen
- Onderwerp, deelonderwerp, alinea, hoofd- en bijzaken
- Hoofdgedachte en onderwerp
- Feit & mening en subjectief & objectief

Slide 10 - Slide

Opdracht (40 minuten)
- Opdracht boek afmaken: wat moet je nog doen?

- Leren voor toetsweek: wat moet je nog leren?

Slide 11 - Slide

Wat moet er in je verslag?
- Inleiding: algemene informatie, informatie over het verhaal, vertel wat je gaat doen, vertel welke begrippen je gaat gebruiken

- Middenstuk: Vier van de zes begrippen op je boek toegepast, allemaal een eigen alinea met goede kernzinnen, voorbeelden uit het boek gebruikt

- Slot: samenvatting van wat je geschreven hebt in je middenstuk en een conclusie

Slide 12 - Slide