11.4 Uiterlijk voorspellen 1

Thema 11: Erfelijkheid




11.4
   Uiterlijk voorspellen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 11: Erfelijkheid




11.4
   Uiterlijk voorspellen

Slide 1 - Slide

deze les
Huiswerk nabespreken ( vr 15 eerst korte video bloedgroepen)
Uitleg par 11.4 eerste deel
2e uur practicum kansberekenen ( jongen/meisje)
Huiswerk: opgave 2 t/m 10

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lesdoelen 11.4
Aan het einde van de les kan je uitleggen;
- waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.
- hoe je een kruisingsschema kunt maken.
- hoe je het uiterlijk van nakomelingen kunt voorspellen. 
- hoe een stamboom in elkaar zit en welk genotype de personen hebben




Slide 4 - Slide

 Kruisingen
Door het maken van een kruisingsschema kan je het genotype en fenotype van de nakomelingen voorspellen


Slide 5 - Slide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 2
Het gen voor de paarse bloemen is dominant over het gen voor witte bloemen. Een tuinder kruist paarse bloemen die homozygoot zijn voor de bloemkleur met witte bloemen. Gebruik de letter R en r.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Maak een kruisingsschema
c. Wat is het genotype van F1?
d. Wat is het fenotype (Welke kleur heeft de bloem)?

Slide 6 - Slide

Antwoorden Kruisingsschema nr. 2
Het gen voor de paarse bloemen is dominant over het gen voor witte bloemen. Een tuinder kruist paarse bloemen die homozygoot zijn voor de bloemkleur met witte bloemen. Gebruik de letter R en r.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders? RR en rr
b. Maak een kruisingsschema
c. Wat is het genotype van F1? Rr
d. Wat is het fenotype (Welke kleur heeft de bloem)?
    Alle nakomelingen zijn paars.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Je kunt uitleggen waarom je 50% kans hebt 
op een jongen of meisje.
  • De moeder (XX) geeft via haar eicellen altijd een X door (dus 2x een X)
  • De vader (XY) geeft via zijn zaadcellen een X of een Y door. Dus 50% kans op een X of 50% kans op een Y.
In het kruisingsschema zie je dat je (2x25%=) 50% hebt op een jongen. En (2x25%=) 50% kans op een meisje.

Slide 12 - Slide

zijn dit chromosomen van een man of een vrouw?
A
man
B
vrouw
C
dat kun je hieruit niet aflezen

Slide 13 - Quiz

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij generatie 2 is.
Generatie 1 = ouders (P)
Heterozygoot
Fenotype = donker haar
Genotype = Aa

Vader zaadcel = A of a
Moeder eicel   = A of a

Slide 14 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de volgende generatie (F1) is.

Slide 15 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans is op een bepaald fenotype bij generatie daarna .
Fenotype = 3 x25% = 75% donker
Genotype = 2 x 25% = 50% op Aa
                   = 1 x 25% op AA
                   = 1 x 25% op aa
Er zijn altijd 4 opties: 
genotype
A en A = AA
a bij A = aA (schrijfwijze Aa)
A bij a = Aa
a bij a = aa
Fenotype
- donker
- donker
- donker
- rood

Slide 16 - Slide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 1
Het gen voor een normale sinaasappel is dominant over het gen voor navelsinaasappel
a. Een sinaasappel heeft genotype Bb. Is het dan een normale sinaasappel of een navelsinaasappel?
b. Geef het genotype van een navelsinaasappel.
c. Een homozygote normale sinaasappel wordt gekruist met een navelsinaasappel. 
    Wat zijn de fenotypen van de nakomelingen?
d. Je gaat de nakomelingen onderling weer kruisen. (P - F1 - F2)
     Hoeveel % van de nakomelingen zijn normale sinaasappelen?

Slide 17 - Slide

Antwoorden
Normale sinaasappel: dominant (B)
Navelsinaasappel:  recessief (b)

1a. Bb is een normale sinaasappel
1b. Navelsinaasappel = bb
1c. Homozygote normale sinaasappel BB
      Navelsinaasappel (ook homozygoot) bb
Alle nakomelingen zien er uit als normale sinaasappels 
(zie bovenste kruisingsschema)
1d. Bb = normale sinaasappel. 75% is een normale sinaasappel.
(zie onderste kruisingsschema)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Schrijf in je agenda
Bestudeer blz. 112 t/m 119.

Maken en opdr. 2 t/m 13.
 

Slide 20 - Slide

Nu: practicumopdracht 
Kansberekenen
50  blauwe kaartjes: 25 grote A, 25 kleine a
50 rode kaartjes: 25 grote A, 25 kleine a
Maak 2 stapels
Pak 100 X een blauw en rood kaartje: schrijf op

Slide 21 - Slide

Lesdoelen 11.4 deel 2
Aan het einde van de les kan je uitleggen;
- waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.
- hoe je een kruisingsschema kunt maken.
- hoe je het uiterlijk van nakomelingen kunt voorspellen. 
- hoe een stamboom in elkaar zit en welk genotype de personen hebben




Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Leerdoelen 11.4
Check of je nu kan uitleggen;
- waarom je 50% kans hebt op een jongen of meisje.
- hoe je een kruisingsschema kunt maken.
- je het uiterlijk van nakomelingen kunt voorspellen (met behulp van een kruisingsschema).

Slide 28 - Slide