Reken en tekenopdrachten BBL

Reken en tekenopdrachten H4
1 / 28
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 28 slides, with text slides.

Items in this lesson

Reken en tekenopdrachten H4

Slide 1 - Slide

Voor vandaag
Uitleg reken en tekenopdrachten
Opdrachten maken
Opdrachten bespreken

Slide 2 - Slide

Leervragen 4.1 
  • Wat is een kracht?
  • Welke soorten krachten zijn er?
  • Hoe teken je een kracht?
  • Hoe meet je een kracht?
  • Kunnen krachten samenwerken?

Slide 3 - Slide

Persoon van 50 kg --> ............ N

Slide 4 - Slide

Krachten tekenen
  • aangrijpingspunt
  • richting
  • lengte

Slide 5 - Slide

Het zwaartepunt
Elk voorwerp heeft een zwaartepunt. 

Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht. 

Bij voorwerpen met een regelmatige vorm en samenstelling zit het zwaartepunt in het midden van het voorwerp.



Slide 6 - Slide

3 soorten vragen kan je krijgen

Slide 7 - Slide

1. De krachtenschaal is 1 cm = 20 N. Teken een pijl van 60 N

Slide 8 - Slide

2. De krachtenschaal is 1 cm = 20 N. Hoe groot is de kracht?

Slide 9 - Slide

3. Wat is de krachtenschaal?
1 cm = ...........

Slide 10 - Slide

Kunnen krachten samenwerken?

Slide 11 - Slide

Netto kracht 
Stap 1 = nettokracht berekenen
Stap 2 = aangeven in welke richting de nettokracht gaat

Slide 12 - Slide

Netto kracht 
Stap 1 = nettokracht berekenen
Stap 2 = aangeven in welke richting de nettokracht gaat

Slide 13 - Slide

Leervragen 4.2
  • Hoe veranderen krachten de snelheid?
  • Waarvan hangt de versnelling af?/ hoe bereken je de versnelling?
  • Hoe beweegt een vallend voorwerp?/ hoe bereken je de zwaartekracht?

let op niet alles hoeft!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Leerdoelen 4.3 
  • Hoe bereken je de snelheid in km/h?
  • Hoe bereken je de snelheid in m/s?
  • Hoe ga je van m/s naar km/h?
  • Hoe teken je een afstand- tijd diagram?

Slide 16 - Slide

Rekenen met snelheid

Slide 17 - Slide

Eenheden
Afstand
Tijd
Snelheid

Slide 18 - Slide

Eenheden van snelheid
x 3,6

m/s                                                                         km/u


: 3.6
1 uur = 3600 sec
1 km = 1000 m 

Slide 19 - Slide

Snelheid = 

Slide 20 - Slide

Snelheid berekenen
                           afstand                               s
snelheid = -------------              v = -----------
                               tijd                                       t

snelheid = afstand : tijd             v = s : t 

Slide 21 - Slide

Omrekenen

Slide 22 - Slide

voorbeeld berekening
Je fiets 9,6 km naar school in 30 minuten. Bereken de snelheid.
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • s = 9,6 km  t = 30 min = 0,5h
  • V (in m/s)
  •  V = S : t 
  •  V = 9,6 : 0,5 = 19,2
  • Snelheid is 19,2 km/h

Slide 23 - Slide

Leervragen 4.4 
  • Waarom gebruiken we hefbomen?
  • Hoe werkt een hefboom?
  •  Hoe reken je met de hefboomregel?
  • Wat zijn katrollen en takels?

Slide 24 - Slide

kracht1 x arm1  = kracht2 x arm2
  1. kracht1 x 3 cm = 100N x 21cm
  2. kracht1 x 3 = 2100
  3. kracht1 = 2100:3= 700  
  4. kracht1 = 700 N
nijptang

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Aan de slag
  1. Opdrachten maken van het blad
  2. Oefenen voor de toets
  • Samenvatting maken
  • Huiswerkopdrachten bijwerken
  • Oefentoets online maken
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Opdrachten van het blad bespreken

Slide 28 - Slide