Klas 1 tellen

• dans en drama
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 1

Klas 1 tellen

Hoe tel je in de dansles?

Dans en muziek

 Dans en muziek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Als je muziek hoort, wil je dansen. Als je danst, ontstaat muziek.

Om synchroon te kunnen dansen, let je op elkaar, maar ook op:

de telling, accenten en tekst (lyrics)

Bij het maken van dans, kies je vaak eerst muziek.                                                          Je gaat goed luisteren en let op bovenstaande 3 zaken.

Popmuziek 4/4

Hedendaagse popmuziek bestaat voornamelijk uit vierkwartsmaat muziek - 4/4

Dit wil zeggen: in iedere maat zitten 4 tellen

Als je makkelijk op een muziekje kan lopen/marcheren is het vaak een 4/4 maat

Toonduur

Oefening:

klap maar mee op de hele noot

Klap nu mee op de halve noot

En nu de kwart noten

En lukt het je ook om de achtste noten mee te klappen? 1 én 2 én 3 én 4 én

Muziek analyse

Klap heel/ half/ kwart

Doe maar mee!

Succes!

Popmuziek 3/4

Soms komt het voor dat een maat uit 3 tellen bestaat, dit noem je een driekwartsmaat - 3/4

Als je kan ‘inhaken' en meedeinen, is het vaak een 3/4 maat.

Er bestaan nog veel meer maatsoorten, maar die komen niet veel voor in hedendaagse popmuziek

4 of 8

Als je muziek maakt, tel je in hele maten, dus iedere keer tot 4.

Als je danst tel je in muzikale volzinnen. Bijv. Je luistert naar de tekst van de zanger, of de ‘muziekzin’. 

Deze duurt bijna altijd 2 maten, dus 8 tellen.

Bij dans tellen we dus tot 8. 

Tel je mee?

Je krijgt een opdracht

Maar eerst.

Wie weet wat een dansactie is?

Een dansactie is

een werkwoord dat aanzet tot bewegen. 

Welke kunnen dat zijn?

Dansacties

Rollen, springen, rennen, trillen, gooien, slaan, schoppen, smelten, buigen etc

Improviseren- lets go!

Ik zet de muziek aan en jullie lopen op het ritme van de muziek.

Als ik een dansactie roep, voer je deze uit daarna loop je weer verder.

Het mooie van een dansactie is dat iedereen het kan op zijn of haar eigen manier. 

Opdracht

*Maak groepjes van 2 personen

*Schrijf minstens 10 dansacties op.

*Luister naar de muziek klap heel/half/kwart

Op welke toonduur past welke dansactie goed?

*Plak de verschillende dansacties op de verschillende toonduur achter elkaar. Je kan deze dansfrase synchroon uitvoeren. 

*Je oefent zolang het nodig is.

Check list

* Je gebruikt minimaal 2 regels muziek en maximaal 4

* Er zitten minstens 5 verschillende dansacties in de dansfrase

* De verschillende dansacties worden goed op de verschillende toonduur uitgevoerd. 

Het past bij elkaar. 

* De dansfrase wordt synchroon uitgevoerd. 

* Je kent de dansfrase uit je hoofd.