Hoofdstuk 1 krachten gebruiken oefentoets

Lieke slaat met haar tennisracket tegen de bal. Hoe kun je de kracht zien?
A
De snelheid van de bal verandert.
B
De richting waarin de bal beweegt, verandert.
C
De bal deukt in als Lieke's tennisracket de bal raakt.
D
Alle antwoorden die hiervoor zijn genoemd, zijn juist.
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lieke slaat met haar tennisracket tegen de bal. Hoe kun je de kracht zien?
A
De snelheid van de bal verandert.
B
De richting waarin de bal beweegt, verandert.
C
De bal deukt in als Lieke's tennisracket de bal raakt.
D
Alle antwoorden die hiervoor zijn genoemd, zijn juist.

Slide 1 - Quiz

met welke formule kun je de zwaartekracht berekenen?
A
Fz= g : m
B
Fz = m x g
C
Fz = m : 9,81
D
Fz = m x 9,81

Slide 2 - Quiz

Je kunt de zwaartekracht op aarde uitrekenen als je de massa van een voorwerp weet.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Fz
A
spierkracht
B
veerkracht
C
zwaartekracht
D
magnetische kracht

Slide 4 - Quiz

Het aangrijpingspunt is......
A
het punt waar de kracht wordt uitgeoefend
B
het eindpunt van de kracht

Slide 5 - Quiz


De wip beweegt niet.
Is er evenwicht?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Bereken of er evenwicht is in het plaatje
(F x r)L = (F x r)R

Slide 7 - Open question

Wat moet je hebben voordat je iets een hefboom mag noemen?
A
draaipunt, richting en grootte
B
draaipunt, korte arm en aangrijpingspunt
C
draaipunt, lange arm en korte arm
D
aangrijpingspunt, richting en lange arm

Slide 8 - Quiz

Wat is de verhouding?
A
1 cm ≙ 5 Newton
B
2 cm ≙ 50 Newton
C
1 cm ≙ 100 Newton
D
1 cm ≙ 10 Newton

Slide 9 - Quiz

beschrijf de hefboomregel

Slide 10 - Open question

Wat zijn de drie eigenschappen van een krachtenpijl?

Slide 11 - Open question

De bank heeft een massa van 70 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
700 Newton
B
7000 Newton
C
70 Newton
D
70000 Newton

Slide 12 - Quiz

Wat wordt hier aangegeven?
A
het zwaartepunt
B
het massapunt

Slide 13 - Quiz

Wat is de eenheid van Kracht?
A
N (Newton)
B
F (kracht)
C
m (massa)
D
n (newton)

Slide 14 - Quiz

Wat is het voordeel van een vaste katrol?

Slide 15 - Open question

Wat is het voordeel van een losse katrol?

Slide 16 - Open question