Thema 3, les 5 - Proeftoets T

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1,2

Lieke slaat met haar tennisracket tegen de bal. Hoe kun je het effect van de kracht zien?

1. De snelheid van de bal verandert.
2. De richting waarin de bal beweegt, verandert.
3. De bal deukt in als Lieke's tennisracket de bal raakt.
4. Alle antwoorden die hiervoor zijn genoemd, zijn juist.

In rust is de zwaartekracht gelijk aan het gewicht

1. Waar
2. Niet waar

Met welke formule kun je de zwaartekracht berekenen?

1. Fz= g : massa (kg)
2. Fz = massa (kg) x g
3. Fz = massa (kg) : 10
4. Fz = massa (kg) x 10

Je kunt de zwaartekracht op aarde uitrekenen als je de massa van een voorwerp weet.

1. waar
2. niet waar

"Fz" staat voor:

1. zwaartekracht
2. veerkracht

Het aangrijpingspunt is......

1. het punt waar de kracht wordt uitgeoefend
2. het eindpunt van de kracht

De wip beweegt niet.
Is er evenwicht?

1. ja
2. nee

Waaraan voldoet een hefboom?

1. draaipunt, richting en grootte
2. draaipunt, korte arm en aangrijpingspunt
3. draaipunt, lange arm en korte arm
4. aangrijpingspunt, richting en lange arm

Wat is de verhouding?

1. 1 cm = 5 Newton
2. 2 cm = 50 Newton
3. 1 cm = 100 Newton
4. 1 cm = 10 Newton

"Fs" staat voor:

1. zwaartekracht
2. normaalkracht
3. elektrische kracht
4. spankracht

Een voorwerp staat op een tafel. Wat is de tegengestelde kracht van Fz?

1. wrijvingskracht
2. normaalkracht
3. elektrische kracht
4. spankracht

Wat zijn de gevolgen van een kracht?

Wat zijn de drie eigenschappen van een krachtenpijl?

Links wint omdat hij met een grotere kracht trekt.
Wat is de netto kracht naar links?

1. 40 Newton
2. 50 Newton
3. 60 Newton
4. 100 Newton

De bank heeft een massa van 70 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht?

1. 700 Newton
2. 7000 Newton
3. 70 Newton
4. 70000 Newton

Wat wordt hier aangegeven?

1. het massamiddelpunt
2. het massapunt

Wat is de eenheid van Kracht?

1. N (Newton)
2. F
3. massa
4. n (newton)