This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
§1.2 Energie & vermogen
Lesplanning:
Uitleg energie en vermogen
Maken opgave 4, 5, (6) en 8
Klassikale opgave
Maken opgave (11), 12 en 14
Afsluiting
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
uitleggen wat het vermogen van een apparaat is;
de eenheden joule en kilowattuur in elkaar omrekenen;
uitleggen wat rendement is;
Slide 2 - Slide
Studietip
nakijken
Van het ontdekken/analyseren van je eigen fouten leer je ontzettend veel. Daarnaast is niets zo zonde als je de stof verkeerd aanleren. Maak er een gewoonte van om na het maken van een opgave je antwoord na te kijken. De uitwerkingen van het gehele boek vind je in classroom.
Slide 3 - Slide
Vermogen is de hoeveelheid energie dat een apparaat per seconde verbruikt.
Energie = vermogen * tijd
Energie & vermogen
Reuzenrad in Dubai, het grootste reuzenrad ter wereld.
Hoeveel energie zou dit reuzenrad verbruiken?
Slide 4 - Slide
Energie E in Joule (J) of kilowattuur (kWh)
Vermogen P in Watt (W) of kilowatt (kW)
Tijd t in seconden (s) of uur (h)
E(J)=P(W)⋅t(s)
E(kWh)=P(kW)⋅t(h)
Slide 5 - Slide
Een gemiddeld gezin gebruik 3,0 *10³ kWh per jaar. Hoeveel Joule is dat?
A
8,3*10⁻⁴ J
B
3,0 J
C
3,0 *10⁶ J
D
1,1 *10¹⁰ J
Slide 6 - Quiz
Het rendement
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Een wasmachine met een vermogen van 1500 W draait 2 uur en 20 minuten. Bereken hoeveel elektrische energie de wasmachine in die periode verbruikt in kWh en in joule.
Slide 9 - Slide
Aan de slag
§1.2 opgave 4, 5, (6) en 8
timer
8:00
Klaar, kijk de opgaven na en ga verder met 12, 14, 16 en 18
Slide 10 - Slide
Vragen over de opgaven?
Slide 11 - Slide
Een ventilator wordt op de netspanning aangesloten. De ventilator levert een vermogen van 500 W. Het rendement van de ventilator is 46% Bereken het opgenomen vermogen.
Slide 12 - Open question
Aan de slag
§1.2 opgave (11), 12, en 14
Klaar, kijk de opgaven na. Ga vervolgens verder met (15), 16, (17) en 18
Slide 13 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
uitleggen wat het vermogen van een apparaat is;
de eenheden joule en kilowattuur in elkaar omrekenen;