werkwoordelijk gezegde 2

Hoe vind je een werkwoordelijk gezegde in een zin?
1 / 13
next
Slide 1: Open question
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe vind je een werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Video

de pv en alle werkwoorden
maar ook het woordje te hoort erbij als deze voor een werkwoord staat!
Het werkwoordelijk gezegde vind je dus dmv

Slide 3 - Slide

De man liep te eten op straat.
A
liep te eten
B
liep op straat
C
te eten
D
de man liep te eten

Slide 4 - Quiz

De man werd gevraagd in het winkelcentrum op te treden.
A
werd gevraagd
B
werd gevraagd op te treden
C
de man werd gevraagd
D
op te treden

Slide 5 - Quiz

We draaiden hier de hele dag muziek.
A
draaiden
B
draaiden muziek
C
draaiden de hele dag
D
draaiden de hele dag muziek

Slide 6 - Quiz

In de fabriek werden veel cadeautjes ingepakt.
A
werden veel cadeautjes
B
werden ingepakt
C
werden veel cadeautjes ingepakt
D
in de fabriek werden

Slide 7 - Quiz

Met kerst staat er bij ons thuis een boom.
A
met kerst staat
B
staat een boom
C
een boom
D
staat

Slide 8 - Quiz

De boom werd in het bos omgehakt.
A
de boom
B
werd in het bos
C
werd omgehakt
D
het bos omgehakt

Slide 9 - Quiz

De man werd de weg gevraagd.
A
de man werd
B
werd gevraagd
C
de weg gevraagd
D
werd de weg

Slide 10 - Quiz

Het leuke rendier is vandaag niet op zijn werk gekomen.
A
het rendier is
B
is gekomen
C
is vandaag niet gekomen
D
is vandaag gekomen

Slide 11 - Quiz

Dolf begon hard te rennen.
A
begon hard
B
begon hard te rennen
C
begon te rennen
D
Dolf begon

Slide 12 - Quiz

Wat heb je nu geleerd?
vul in..

Slide 13 - Mind map