Na de elevator pitch krijgt het publiek de tijd om vragen te stellen. Er moeten minstens 3 vragen (van niveau) gesteld worden. Tot slot stelt de docent ook nog enkele vragen.
Literaire bouwstenen:
opbouw, tijd, ruimte, perspectief (hij/zij/ik), personages, motieven (waarover gaat het), thema (datgene wat naar voren komt) en titel. CUMLAUDE