Herhaling thema 5 en 6

Herhaling thema 5 en 6
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhaling thema 5 en 6

Slide 1 - Slide

Die code, de volgorde van de bouwstenen = DNA sequentie

Slide 2 - Slide

Bs. 4 Transcriptie

Slide 3 - Slide

Genotype fenotype
Veranderd het fenotype of genotype gedurende je leven?

Waar bevindt zich je erfelijke informatie?

Bevat elke lichaamscel alle erfelijke informatie?

Slide 4 - Slide

Aantal chromosomen


Elk soort organisme heeft in de kern van een lichaamscel een even aantal chromosomen.

Chromosomen komen in lichaamscellen altijd in paren voor.

In geslachtscellen enkelvoudig.


Slide 5 - Slide

Geslachtschromosomen




Cytopnnnn

Er zijn twee geslachtschromosomen:
• een X-chromosoom
• een Y-chromosoom
XX= een vrouw
XY= een man

Slide 6 - Slide

Genotype & fenotype noteren
BB = homozygoot dominant
Bb = heterozygoot
bb = homozygoot recessief

Slide 7 - Slide

Kruisingsschema's

A = bruine ogen
a = blauwe ogen

Welke percentage van de F1 heeft bruine ogen?

Slide 8 - Slide

abiotisch = levenloze natuur              biotisch= levende natuur

Slide 9 - Slide

Voedselketen
  • Producenten, consumenten, reducenten
  • Herbivoor, omnivoor, carnivoor
  • Autotroof en heterotroof
  • Trofische niveaus

Slide 10 - Slide

Niveaus in de ecologie
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • ecosysteem (= levensgemeenschap + biotoop)
  • biosfeer

Slide 11 - Slide

Biologisch evenwicht

Biologisch evenwicht schommelen van populatiegrootte om een evenwichtswaarde

Slide 12 - Slide

Piramide van aantallen             Piramide van biomassa
                                 Biomassa = gewicht van alle organische stoffen

Slide 13 - Slide

Stikstofkringloop
Stikstof = N
-Nitraat/Nitriet (NO3/NO2)

-Aminozuren (-CH(NH2))
-Eiwitten worden opgebouwd uit aminozuren

Slide 14 - Slide

  • gemeenschappelijke voorouder A met vacht
  • er komt steeds een eigenschap bij die ervoor zorgen dat een diergroep afsplitst

Slide 15 - Slide

Natuurlijke selectie
- Soorten veranderen door natuurlijke selectie, maar hoe?
1. Binnen elke populatie is er variatie in erfelijke eigenschappen, o.a. door mutaties in het DNA
2. De organismen die de beste eigenschappen hebben, en dus het best zijn aangepast  aan hun omgeving overleven en planten zich voort (survival of the fittest)
3. Een nieuwe soort ontstaat: organismen die geïsoleerd raken zijn zo veranderd door natuurlijke selectie dat ze niet meer kunnen voortplanten met elkaar

Slide 16 - Slide