What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordenschat 1.2 Betekenis afleiden uit het woord
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je begrijpt een moeilijk woord door te kijken of je een deel van het woord herkent
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
We gaan oefenen
met de betekenis van woorddelen van onbekende woorden
Slide 8 - Slide
Wat is een bekend woorddeel?
A
Dat je het hele woord kent.
B
Je hebt het woord al eens ergens gezien.
C
Een deel van het woord dat je al kent.
Slide 9 - Quiz
Hoe zoek je naar een bekend woorddeel?
A
kijken naar samengestelde woorden en voorvoegsels
B
kijken naar voorvoegsels en achtervoegsels
C
kijken naar samengestelde woorden en achtervoegsels
D
kijken naar samengestelde woorden, voorvoegsels en achtervoegsels
Slide 10 - Quiz
Pas woordraadstrategie "Zoek een bekend woorddeel" toe.
Wat betekent het woord "klantvriendelijk"?
A
Onbeschoft gedragen naar klanten
B
Een prettige houding naar klanten hebben
Slide 11 - Quiz
Bij welke woorden vind je de betekenis door naar de woorddelen te kijken?
A
be-drijf
B
kost-baar
C
ozon-laag
D
mis-lukken
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je het woorddeel -ing in het woord 'bewerking'?
A
voorvoegsel
B
bijvoegsel
C
achtervoegsel
Slide 13 - Quiz
Wat is GEEN bekend woorddeel?
A
on-
B
-loos
C
onze
D
inter-
Slide 14 - Quiz
Wat is de betekenis van het voorvoegsel anti- in het woord
anti-Amerikaans?
A
zonder
B
opnieuw
C
tegen
D
verkeerd
Slide 15 - Quiz
Wat betekent het voorvoegsel -on in het woord onprofessioneel?
A
geen
B
weinig
C
mis
D
niet of geen
Slide 16 - Quiz
Wat is de betekenis van het voorvoegsel ex- in het woord
ex-minister?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht
Slide 17 - Quiz
Wat is de betekenis van het voorvoegsel mis- in miscommunicatie?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
verkeerd
Slide 18 - Quiz
Een voorvoegsel kan je helpen om
A
een woord in de verleden tijd te zetten.
B
de betekenis van een woord te vinden.
C
een woord te verkleinen.
D
het lidwoord goed te gebruiken.
Slide 19 - Quiz
Wat betekent het voorvoegsel "non" in
het woord
non-verbale communicatie?
A
iemand uit een klooster
B
niet
C
opnieuw
D
tussen
Slide 20 - Quiz
Wat is de betekenis van het voorvoegsel wan- in het woord wangedrag?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht
Slide 21 - Quiz
Uit welke woorddelen bestaat
Chronischevermoeidheidssyndroom
Slide 22 - Open question
Uit welke woorddelen bestaat
Accountantadministratieconsulent
Slide 23 - Open question
Uit welke woorddelen bestaat
Geneesmiddelenvergoedingssysteem
Slide 24 - Open question
Aan de slag!
Woordenschat 1.2
Betekenis afleiden uit het woord
Maken:
Extra opdrachten 1,2 en 3
Slide 25 - Slide
More lessons like this
NU Ned 1F 2F Deel A Woordenschat H1 1.2 Betekenis afleiden uit het woord
July 2022
- Lesson with
26 slides
Woordenschat H5 - bekend woorddeel zoeken
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Samenstelling en afleiding
September 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Lager onderwijs
havo 1 bekend woorddeel zoeken 16-6
June 2020
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Een bekend woorddeel zoeken
March 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Voor- en achtervoegsels
September 2018
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
SCC_L11 en 12: grondwoord, samenstelling en afleiding, tussenletters
November 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
H5 NN 1-KGT Woordenschat Onbekende woorden Woorddeel zoeken
August 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2