Les 2 - snelheid berekenen

Snelheid
Lesplanning:
  1. Uitleg snelheid berekenen met de formule
  2. Maken opgaven §4.2
  3. HW opgave 11 bespreken
  4. Uitleg en starten met eigen onderzoek beweging


1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Snelheid
Lesplanning:
  1. Uitleg snelheid berekenen met de formule
  2. Maken opgaven §4.2
  3. HW opgave 11 bespreken
  4. Uitleg en starten met eigen onderzoek beweging


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

§4.2 snelheid berekenen
Aan het einde van deze paragraaf kan je de snelheid, afstand of tijd berekenen met
v = s / t

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het symbool 's' staat voor...
A
afstand
B
snelheid
C
tijd

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Het symbool voor snelheid is ...
A
s
B
v
C
t

Slide 4 - Quiz

volgend schooljaar overslaan
v(m/s)=t(s)s(m)
v(km/h)=t(h)s(km)
de 
formule
v  de snelheid
s  de afstand
t   de tijd

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

de 
formule

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een Giraffe rent met een snelheid van
48 km/h door de savanne. Bereken de afstand die de giraffe in 12 minuten tijd aflegt.  
  • v = 48 km/h
  • t = 12 min 
     
  • s = ?
      
  • t = 12 / 60 = 0,2 h
     
  • v = s / t  
  • 48 = s / 0,2
  • s = 48 * 0,2
      
  • s = 9,6 km
Stap 1 
gegeven

Stap 2 
gevraagd

Stap 3 
oplossing




  
Stap 4 
antwoord

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Pen, papier en rekenmachine
nodig voor de volgende vragen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een F-16 straaljager vliegt ongeveer 650 m/s.
Hoeveel km/h is dat?
A
181 km/h
B
2340 km/h
C
1235 km/h
D
10 000 km/h

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Je fietst met een gemiddelde snelheid van 15 km/h naar school. Hoeveel km heb je in 10 minuten afgelegd?
A
1,5 km
B
2,0 km
C
2,5 km
D
3,0 km

Slide 11 - Quiz

volgend schooljaar overslaan
Gegeven:
v = 15 km/h
t = 10 min

Gevraagd:
s = ... km
Oplossing:
  • t = 10 min = 0,1667 h

  • v = s / t
  • 15 = s / 0,1667
  • s = 15 * 0,1667 = 2,5km

Antwoord:
s = 2,5 km

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Je fiets 28 minuten (0,467 h) met een gemiddelde snelheid van 14 km/h. Welke afstand heb je afgelegd?
A
5,0 km
B
6,5 km
C
7,0 km
D
30 km

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Gegeven:
v = 14 km/h
t = 28 min

Gevraagd:
s = ... km
Oplossing:
  • t = 28 min = 0,467 h

  • v = s / t
  • 14 = s / 0,467
  • s = 14 * 0,467 = 6,5 km

Antwoord:
s = 6,5 km

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een slechtvalk vliegt horizontaal met een snelheid van 140 km/h. Bereken hoe lang de valk doet over een afstand van 42 km.
Tip: bereken eerst de tijd in uur.
A
3 minuten
B
4 minuten
C
17 minuten
D
18 minuten

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Gegeven:
s = 42 km
v = 140 km/h

Gevraagd:
t = ... min
Oplossing:
  • v = s / t
  • 140 = 42 / t
  • t = 42 / 140 = 0,3 h
  • t = 0,3 * 60 = 18 minuten

Antwoord:
t = 18 min

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

v = 18 km/h =                      m/s

s = 800 m =                      km

t =                     h    =                      s
Een fietser fietst met een snelheid van
18 km/h. 
Bereken de tijd die de fietsen doet over een afstand van 800 meter in uur en seconden.
64,8
5,0
8,0
0,8
0,044
0,44
160
0,0123
14,4
864

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Opgave 11c
Een olietanker vaart eenparig met 25,5 km/h.
Toon met de grafiek aan dat de loodsboot sneller gaat dan de olietanker.
Maak deze opgave nogmaals in je schrift. Maar gebruik dit keer te formule v = s/t. 
timer
4:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Aan de slag

 Maken en nakijken in je schrift:
§4.2 opgave (14), 15,  17 t/m 22

timer
20:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opgave 11c
Een olietanker vaart eenparig met 25,5 km/h.
Een loodsboot haalt in de buurt van de haven de olietanker in.
Toon met de grafiek aan dat de loodsboot sneller gaat dan de olietanker.
Olietanker
v = 25,5 km/h
25500 
t (s)
3600
s(m)
20

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opgave 11c
Een olietanker vaart eenparig met 25,5 km/h.
Toon met de grafiek aan dat de loodsboot sneller gaat dan de olietanker.
Loodsboot 
Gegeven (grafiek):
s = 160 m
t = 20 s
Gevraagd:    
v = ... km/h

0,160 
0,0056
s(km)
1

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opgave 11c
Een olietanker vaart eenparig met 25,5 km/h.
Een loodsboot haalt in de buurt van de haven de olietanker in.
Toon met de grafiek aan dat de loodsboot sneller gaat dan de olietanker.
  • 160 m = 0,160 km
  • 1h = 3600 s 
  • 0,008 km is 1 seconde
  • 28,8 km in 3600 s
  • 28,8 km/h
0,160 
t (s)
20
s(km)
3600

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Eigen onderzoek
beweging


Je gaat onderzoeken wat de gemiddelde snelheid is van een zelf gekozen beweging.

Slide 23 - Slide

Aan de hand van de opdracht (classroom) doornemen:
  • duo is degene waar je naast zit volgens de plattegrond
  • onderdelen verslag
  • tijdpad

Meetnauwkeurigheid

Denk aan het zo nauwkeurig mogelijk meten bij het opstellen van de werkwijze.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions


afstand,tijd-diagram

Door op meerdere afstanden de tijd te meten kan je een nauwkeurigere afstand,tijd-diagram maken.

Dit is niet noodzakelijk om een voldoende te scoren.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


De tweetallen
2H3

Noa en Guennan                         Zeynab en Sietske
Vince en Hasib                             Mineke en Julian
Esmée en Estelle                        Elisa en Lisa
Pleun en Roos van E.
Yassin en Dylano
Joss en Olivier
Hidde en Max
Fenne en Noer
Maud en Isa
Tro en Juul Oomen
Mathijs en Kenji
Roos H. en Juul v. L 

Slide 26 - Slide

Odile kan de volgende les nog aansluiten bij een tweetal

De tweetallen
2H4
Nando en Chiel 
Frederique en Rama
Lucas en Nick
Ivo en Mees
Floor en Chelsey
Xander en Lars
Linde en Daan
Jasmijn en Fhaya 
Zinedine en Antoin 
Laura en Niek

Slide 27 - Slide

Isa kan de volgende les nog aansluiten bij een tweetal
Antoin en Chiel
Zinedine + Lyron
Nando bij welk tweetal wil je aansluiten?
Ivo en Mees
Xander en Lars
Jasmijn en Fhaya 
Antoin en Chiel
Laura en Niek
Zinedine en Lyron

Frederique en Rama
Lucas en Nick
Floor en Chelsey
Linde en Daan



Daan en Nick
Lucas en Floor
Linde en Rama
Frederique en chelsey

Slide 28 - Slide

Isa kan de volgende les nog aansluiten bij een tweetal

eigen onderzoek beweging

  1. Onderzoeksvraag
  2. Hypothese
  3. Benodigdheden 
  4. Werkwijze 
Noteer deze onderdelen direct in het lege docs bestand in de opdracht (in classroom). Dit document ga je komende weken aanvullen met de andere onderdelen van je verslag.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions