What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Haben, sein, werden tegenwoordige tijd
Haben, sein en werden
Regelmatige werkwoorden
in de tegenwoordige
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Haben, sein en werden
Regelmatige werkwoorden
in de tegenwoordige
Slide 1 - Slide
Weet je het nog?
haben, sein, werden
Slide 2 - Slide
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 3 - Drag question
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 4 - Drag question
Präsens ; haben sein werden
hebben = haben zijn = sein
Ich habe ich bin
du hast du bist
er hat er ist
wir haben wir sind
ihr habt ihr seid
sie /Sie haben sie/Sie sind
timer
0:30
Slide 5 - Slide
............... du Zeit für mich?
timer
0:30
Slide 6 - Open question
Ich _____ heute keine Schule.
timer
0:30
Slide 7 - Open question
.................. du müde?
timer
0:30
Slide 8 - Open question
Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.
timer
0:30
Slide 9 - Open question
.............. Sie schon wieder krank?
timer
0:30
Slide 10 - Open question
Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt.
timer
0:30
Slide 11 - Open question
Jetzt kommt:
werden
Slide 12 - Slide
timer
0:30
Welke 2 betekenissen heeft
werden? .... en ....
Slide 13 - Mind map
Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 14 - Drag question
Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
wird
B
wurde
C
werde
Slide 15 - Quiz
Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
werd
D
werden
Slide 16 - Quiz
Ariane ...............morgen 14 Jahre alt.
A
werde
B
wird
C
werdet
D
werden
Slide 17 - Quiz
.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast
Slide 18 - Quiz
regelmatige werkwoorden vervoeging
Ich
Du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
Stam + en
stam + t
stam + e
stam + en
stam + st
stam + t
Slide 19 - Drag question
Regelmatig werkwoord 'machen'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
machen
macht
mache
macht
machen
machst
Slide 20 - Drag question
Regelmatige werkwoorden
pers. vnw
standaard
stam -d/-t
stam sis
ich
mach
e
arbeit
e
reis
e
du
mach
st
arbeit
est
!!
reis
t
!!
er/sie/es
mach
t
arbeit
et
!!
reis
t
wir
mach
en
arbeit
en
reis
en
ihr
mach
t
arbeit
et
!!
reis
t
sie/Sie
mach
en
arbeit
en
reis
en
Slide 21 - Slide
Voltooid deelwoord
Weet jij nog hoe je het voltooid deelwoord maakt?
Slide 22 - Slide
Beheers jij haben, sein & werden?
timer
0:20
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 23 - Poll
More lessons like this
Haben, sein, werden tegenwoordige tijd
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H. Kapitel 2: die Verben
September 2021
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling werkwoorden (zwakke ww, haben en sein)
November 2023
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
V3 - Grammatik - Kapitel 1
October 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
P4_Woche_7_Stunde_1
December 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Kapitel 1 PW voorbereiding 2e keer
October 2021
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Havo 3: LS 3 Onregelmatige werkwoorden + regelmatige werkwoorden
July 2022
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3