1C/D voorber SO u2 avoir, 1-20

Ryan
Arda
Wesley
Mostafa
Nisrine
Melissa
Anouk
Thuvaraka
Rumeysa
Maud
Abdul
Mitch
Soolaf
Rozire
Milan
Kemal
Demi
Sanjana
Eymen
Aidan
Sterre
Elissa
Mehdi
Umut
Madame Mulder
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ryan
Arda
Wesley
Mostafa
Nisrine
Melissa
Anouk
Thuvaraka
Rumeysa
Maud
Abdul
Mitch
Soolaf
Rozire
Milan
Kemal
Demi
Sanjana
Eymen
Aidan
Sterre
Elissa
Mehdi
Umut
Madame Mulder

Slide 1 - Slide

Quel jour? Quelle date?
Aujourd'hui c'est ...............


L'hiver                    Le printemps                             L'été

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui/ vandaag

1. Contrôle des devoirs 16C
2. SO demain/ morgen
3. Cijfers 1-20
4. AVOIR
5. Leren met Quizlet
Na deze les weet ik hoe ik me kan voorbereiden op het SO van morgen. 

Slide 3 - Slide

kaan
melek
emre
yassin
kevon
neva
xeppy
kerem
efe
sancho
mohammad
cassèl
gabriël
hams
hayam
hakan
keano
christian
gamal
lochamaro
joël
marwa
sena
  DOCENT

Slide 4 - Slide

Quel jour? Quelle date?
Aujourd'hui c'est ...............


L'hiver                    Le printemps                             L'été

Slide 5 - Slide

Aujourd'hui/ vandaag

1. 2. SO demain/ morgen
2. p. 52, ex. 13
3. Cijfers 1-20
4. AVOIR: en ligne!
5. Leren met Quizlet
Na deze les weet ik wat ik nog moet oefenen voor het SO van morgen. 
Ik weet wat goed gaat en ik weet wat ik moeilijk vind. 

Slide 6 - Slide

2. Prends ton livre
Page 52, ex. 13
Woordjes voor het SO 
oefenen

Slide 7 - Slide

3. Les numéros
1. Pak je schrift, BOEK DICHT!
2. Schrijf links van de kantlijn de cijfers 1-20 onder elkaar. 
3. Schrijf ernaast het FRANSE WOORD wat erbij hoort. 
4. Controleer mbt het liedje.






timer
6:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

3. Zie je een cijfer: Schrijf het getal IN HET FRANS in je schrift. Bijv. je ziet 3
je schrijft TROIS

Zie je een cijfer IN HET FRANS: schrijf het cijfer in je schrift.
Dus: DIX je schrijft: 10

SCHRIJF NETJES ONDER ELKAAR

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 12 - Drag question

Vul de goede vorm van AVOIR in:
nous ......................... du chocolat.
A
sommes
B
avons
C
hebben
D
ont

Slide 13 - Quiz

Vul de goede vorm in:
(ik heb) ............. une soeur
A
tu as
B
il a
C
je suis
D
j'ai

Slide 14 - Quiz

Vul de goede vorm in:
Ils ............... la classe de Français
A
sont
B
sommes
C
ont
D
vont

Slide 15 - Quiz

vul de goede vorm in:
(jij hebt) ............ un joli vélo
A
tu as
B
tu est
C
tu ast
D
j'ai

Slide 16 - Quiz

vul de goede vorm in:
Vous .................. un frère?
A
avons
B
avez
C
etes
D
est

Slide 17 - Quiz

vul de goede vorm in:
(zij heeft, enkelvoud) ..... un chien.
A
elle est
B
elle es
C
elle a
D
il a

Slide 18 - Quiz

4. AVOIR = ...........
1. Pak je schrift, BOEK DICHT!
2. Schrijf in de goede volgorde de pers. vnw + AVOIR in een rijtje onder elkaar. 
3. Klassikaal nakijken
4. Meeschrijven/ verbeteren! 






timer
6:00

Slide 19 - Slide

5. QUIZLET: hoe werk je daarmee? 
1. Pak je laptop en open MAGISTER
2. Ga naar ELO-> Studiewijzer
3. Ga naar FRANS jaar 1 -> Quizlet Unité 2
 Ik weet wat goed gaat en ik weet wat ik moeilijk vind. 
Wat ik moeilijk vind ga ik vanmiddag of vanavond oefenen voor het SO van morgen. 

Slide 20 - Slide

6. Les devoirs/ het huiswerk


SO Unité 2 appr. 1-4
p. 64-65

Slide 21 - Slide

Tijd over: woordzoeker maken

Slide 22 - Slide