This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Opgave 8.4a
A
380.000 x 0,88
B
380.000 x 0,8 x 1,08
Slide 1 - Quiz
Hw. 8.4
a> 380.000 x 0,80 = 304.000
304.000 x 1,08 = 328.320
b> Hypotheekschuld = 0,85 x 395.000 = 335.750
Onder water = 335.750 - 328.320 = 7.430
c> Als de geldnemer het niet meer kan betalen en het huis moet worden verkocht, kan de bank niet het hele bedrag terugkrijgen
d> hun toekomstige maandlasten dalen
Slide 2 - Slide
Huurder met bruto jaarinkomen van € 30.000,-. Te betalen belasting? Progressief belastingstelsel blz 107
A
11.391
B
12.240
Slide 3 - Quiz
Hypotheekrenteaftrek
Om te bekijken hoe de hypotheekrenteaftrek werkt en welk belastingvoordeel dat oplevert, gaan we de situatie vergelijken van 2 personen met een even hoog inkomen van € 30.000,-.
De ene persoon heeft een huurhuis en dus geen hypotheekrenteaftrek en geen belastingvoordeel.
De andere persoon heeft een koophuis en dus wel hypotheekrenteaftrek met het belastingvoordeel
Slide 4 - Slide
Hypotheekrenteaftrek
Progressief belastingstelsel via schijven: zie blz 107
Huurder met brutojaarinkomen van € 30.000,-
Te betalen belasting:
0,3655 x 19.982 = 7.303,42
0,4080 x ( 30.000 - 19.982 ) = 4.087,34
11.390,76
Slide 5 - Slide
Belastbaar inkomen
Slide 6 - Slide
Hypotheekrenteaftrek
Regels belastingberekening bezitter eigen woning
- Eigen Woning Forfait ( ewf ) : klein nadeel
- Hypotheekrenteaftrek ( hra ) : groot voordeel
Belastbaar inkomen = Brutoloon + ewf - hra
Progressief belastingstelsel via schijven: zie blz 107