T1BS9 Vitale capaciteit

Basisstof 9 Vitale capaciteit
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Basisstof 9 Vitale capaciteit

Slide 1 - Slide

Herhaling BS 6 en 7

Slide 2 - Slide

Wordt astma door roken veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 3 - Quiz

Stoffen in sigarettenrook
A
nicotine
B
nicotine, teer, koolstofmono-oxide
C
nicotine en teer

Slide 4 - Quiz

Passief roken of meeroken is
A
om de beurt een trekje van de sigaret nemen
B
tegelijk een sigaret opsteken
C
de rook inademen van een roker
D
Roken terwijl je niet wil

Slide 5 - Quiz

Welke aditieven zitten er o.a. in een sigaret?
A
suiker
B
cacao
C
suiker en cacao
D
geen van beide

Slide 6 - Quiz

Wat doet koolstofmono-oxide die in een sigaret zit?
A
Het is verslavend
B
Het knijpt je bloedvaten samen
C
Het maakt je longen zwart
D
Het neemt de plek van zuurstof in

Slide 7 - Quiz

Wat is géén actie van de overheid om roken tegen te gaan
A
extra belasting heffen op sigaretten
B
roken verbieden in openbare ruimten
C
reclame voor roken verbieden
D
roken verbieden op terrassen

Slide 8 - Quiz

Waardoor weet je of je aan roken verslaafd bent?
A
je bent lichamelijk afhankelijk
B
je bent lichamelijk en geestelijk afhankelijk
C
je bent geestelijk afhankelijk

Slide 9 - Quiz

Leerdoel B9
Je moet kunnen omschrijven wat het ademvolume, de vitale capaciteit, restvolume en het longvolume is.

Slide 10 - Slide

Hoeveel lucht?
  • Longvolume = aantal liter lucht in de longen (ongeveer 5 L)
  • Ademvolume = aantal liter lucht bij normale ademhaling (0,5 L)
  • Vitale capaciteit = aantal liter lucht bij maximale ademhaling (verschilt)
  • Restvolume = lucht die altijd achter blijft in de longen (1,5 L)
  • Dode ruimte = lucht die bij ademhaling niet in longen komt (150 mL)
  • Longvolume = vitale capaciteit + restvolume

Slide 11 - Slide

Hoeveel mL past er ook alweer in een L?
A
10
B
100
C
1000
D
10000

Slide 12 - Quiz

Hoeveel lucht adem je in en uit?
- Ademvolume = hoeveelheid lucht die per rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd

- Vitale capaciteit = hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd

- Restvolume = lucht die na diepe uitademing achterblijft in de longen 

Slide 13 - Slide

Hoeveel lucht adem je in en uit?
- Inspiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe inademing extra wordt ingeademd

- Expiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd

- Longvolume = het restvolume en de vitale capaciteit bij elkaar


Slide 14 - Slide

Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Hoeveelheid lucht die je extra kunt inademen bij diepe inademing
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die je extra kunt uitademen bij diepe uitademing
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolum
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Dode ruimte
Longvolume

Slide 15 - Drag question

1
2
4
5
6
7
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolume
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Longvolume

Slide 16 - Drag question

Dus..
Kun je nu:
omschrijven wat het ademvolume, de vitale capaciteit, restvolume en het longvolume is?

Slide 17 - Slide

Je kan kiezen!
  • Zelftoets hoofdstuk 1
  • Zelftoets hoofstuk 3
  • 10.9 Vitale capaciteit 

Slide 18 - Slide