What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Revision/Grammaire 5+6
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
welke taalregels ken je
uit chap. 5 en 6
Slide 2 - Mind map
1)
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
2)
Het werkwoord aller (gaan) en de toekomende tijd.
3)
Het werkwoord faire (doen, maken)
4)
Le passé composé (de voltooid tegenwoordige tijd)
Slide 3 - Slide
herhaling
L'adjectif
Slide 4 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Komt het bijvoeglijk naamwoord 'français' vóór of ná het zelfstandig naamwoord?
A
voor
B
na
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Il a les cheveux ..............
A
noir
B
noires
C
noirs
D
noire
Slide 10 - Quiz
Sa voiture est ................
A
gris
B
grise
C
grisse
D
grises
Slide 11 - Quiz
j'ai des lunnettes .........
A
bleue
B
bleues
C
bleu
D
bleus
Slide 12 - Quiz
Luuk est grand, Sara est ......
A
grandes
B
grand
C
grands
D
grande
Slide 13 - Quiz
La chanteuse est (mooi)
A
belle
B
belles
C
beau
D
beaux
Slide 14 - Quiz
Aller
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
weet je nog hoe je de Futur Proche maakt
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Tu ...................... de la pizza.
Futur proche
A
vas manger
B
manges
Slide 19 - Quiz
Je (gaan) à l'école
A
vas
B
vont
C
vais
D
va
Slide 20 - Quiz
zet in de goede volgorde
un nouveau-vais-acheter-Je-jean
A
Je vais un nouveau jean acheter
B
Je vais acheter un nouveau jean
C
Je un nouveau jean acheter
D
Je acheter un nouveau jean vais
Slide 21 - Quiz
faire-les magasins- on-va
A
on va faire les magasins
B
Les magasins on faire va
C
on va les magasins faire
D
Faire les magasins on va
Slide 22 - Quiz
Faire
Slide 23 - Slide
Le verbe faire
Slide 24 - Mind map
Slide 25 - Video
Le verbe:
FAIRE
+ sport
Slide 26 - Slide
Le passé composé
Slide 27 - Slide
Comment former le passé composé?
Slide 28 - Open question
Tu (manger) une pizza
passé composé
A
mange
B
manges
C
as mangé
D
a mangée
Slide 29 - Quiz
vous (faire) du foot
A
avez fait
B
avons fait
C
avez fairé
D
ont fairé
Slide 30 - Quiz
Elle (chanter) une chanson
A
a chanter
B
as chanté
C
as chanter
D
a chanté
Slide 31 - Quiz
Je fais de l'équitation
zet in de passé composé
A
J'ai fait de l'équitation
B
Je fait de l'équitation
C
j'ai fairé de l'équitation
D
Je faites de l'équitaion
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
H.S. Le passé composé
June 2020
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
W22 FA 1VH1 les online
May 2021
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
V3L - 23-06-2022 - oefenen toetsweek
June 2022
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
le 8 jusqu'au 12 avril 2024
April 2024
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
V3L - 23-06-2022 - oefenen toetsweek
June 2022
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
W22 GPL klas 1
May 2021
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling chapitre 5 hv1
July 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhalen avoir, être, faire, aller in alle tijden
February 2024
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4