Handel en Dienstverlening thema 5 B1

Rapporteren en klachtafhandeling
  Leerdoelen
Na deze les kun je:

* vertellen wat rapporteren betekent
* een klachtgesprek voeren
* zelf een klacht omschrijven in het werkboek thema 5
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Nederlands NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rapporteren en klachtafhandeling
  Leerdoelen
Na deze les kun je:

* vertellen wat rapporteren betekent
* een klachtgesprek voeren
* zelf een klacht omschrijven in het werkboek thema 5

Slide 1 - Slide

Rapporteren

Slide 2 - Mind map

Rapporteren is....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 3 - Quiz

Rapporteren doe je...
A
Mondeling
B
Schriftelijk
C
Mondeling en schriftelijk
D
Niet

Slide 4 - Quiz

Heb jij wel eens gerapporteerd? Noem een voorbeeld.

Slide 5 - Open question

Klachtafhandeling

Slide 6 - Mind map

Een ander woord voor aangeschaft is:
A
Gekocht
B
Verkocht
C
Ingekocht
D
Afgeboekt

Slide 7 - Quiz

Iets vergoed krijgen betekent:
A
iets voorschieten
B
iets terugbetalen
C
excuses aanbieden
D
schade maken

Slide 8 - Quiz

Ik heb vorige week bij jullie een product
aangeschaft / besteld / gekocht / 
opgehaald / gehuurd /geleend 

Slide 9 - Slide

De klantenservice zei dat ik ...
de kassabon / de factuur / het garantiebewijs / het betalingsbewijs / de reparatie bon / de gebruiksaanwijzing

mee moest nemen.

Slide 10 - Slide

De medewerker ...
was niet beleefd / had geen geduld / heeft geen goede informatie gegeven / heeft slecht geholpen / heeft het probleem niet opgelost / heeft niets gedaan

Slide 11 - Slide

Ik wil hem..
laten repareren / inruilen / terugbrengen / vervangen / omruilen / vergoed krijgen 

Slide 12 - Slide

Even oefenen!

* Maak een tweetal en oefen de volgende casus.
* De docent loopt rond en luistert.


Slide 13 - Slide

Casus
Klant: ‘Ik heb vorige week bij jullie een (a) _______________ (b) _______________ , maar de kwaliteit is heel slecht! Ik wil hem (c) _______________ . De klantenservice zei dat ik (d) _______________ moet meenemen, maar die ben ik kwijt. De medewerker (e) ____________________________ . Ik ga een klacht indienen!’

Slide 14 - Slide

Een klacht die de klant zelf heeft veroorzaakt, noem je een...
A
twijfelachtige klacht
B
redelijke klacht
C
ongegronde klacht
D
gegronde klacht

Slide 15 - Quiz

Ga naar het werkboek pagina 9
Opdracht 3: Wat is de klacht?

Omschrijf duidelijk de klacht en gebruik de woorden uit de woordenlijst.
Controleer met je duo wat de ander heeft opgeschreven.
Hebben jullie hetzelfde?

Slide 16 - Slide

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 17 - Open question

En verder:
* Film bij thema 5 gezamenlijk kijken
* Online werken in de ELO

Slide 18 - Slide