What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenles 3.2 / 3.3 / 3.4
oefenles 3.2 en 3.3.
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
oefenles 3.2 en 3.3.
Slide 1 - Slide
apparaten zetten elektrische energie om in:
A
warmte, geluid en stroom
B
geluid, warmte, beweging en geluid
C
stroom
Slide 2 - Quiz
nuttige energie is de energie:
A
van een elektrische fiets
B
waarvoor je niet hoeft te betalen
C
energie die een apparaat levert waarvoor het bedoeld is
D
energie van nutsbedrijven
Slide 3 - Quiz
niet nuttige energie is
A
energie van windmolens
B
warmte van een lamp of de koelkast
C
energie waar je foute dingen mee doet
Slide 4 - Quiz
wat houdt het gebruik van de elektriciteit bij?
A
de meterkast
B
de elektriciteitsmeter
Slide 5 - Quiz
hoe schrijf je kilowattuur?
A
kwu
B
Kwh
C
KWH
D
kWh
Slide 6 - Quiz
energie wordt gemeten in
A
volt
B
kilowatt
C
kWh
D
stroom
Slide 7 - Quiz
de hoeveelheid energie die een apparaat omzet in per seconde noemen we:
A
het stroomverbruik
B
het vermogen
C
volt
Slide 8 - Quiz
het vermogen van een apparaat geef je aan met :
A
volt
B
Watt
C
ampere
D
stroomverbruik
Slide 9 - Quiz
kilowatt of kW
1 kW is
A
100 watt
B
10.000 watt
C
10 watt
D
1000 watt
Slide 10 - Quiz
het energieverbruik van een apparaat hangt af van:
A
het vermogen en de temperatuur binnen
B
het vermogen en de tijd dat het apparaat aan staat
C
hoe duur de stroom is
D
het vermogen en de kosten van de stroom
Slide 11 - Quiz
kilowattuur betekent:
A
kilowatt PER uur
B
kilowatt KEER uur
Slide 12 - Quiz
energieverbruik is:
A
vermogen + tijd
B
1000 watt
C
vermogen X tijd
D
vermogen : tijd
Slide 13 - Quiz
de energiekosten bereken je alsvolgt:
A
energieverbruik : prijs van 1 kWh
B
energieverbruik x prijs van 1 kWh
Slide 14 - Quiz
de naald van een kompas
A
wijst altijd naar het noorden en heeft een rode punt
B
wijst meestal naar het noorden
C
heeft een rode punt en wijst soms naar het noorden
Slide 15 - Quiz
een noordpool van een magneet trekt een zuidpool aan
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
een noord- en een zuidpool:
A
stoten elkaar af
B
trekken elkaar aan
Slide 17 - Quiz
wat is een spoel ?
A
een elektromagneet
B
een elektrisch apparaat
C
een ijzeren kern met een lange stroomdraad er omheen
D
een lange stroomdraad die om een magneet gewikkeld is
Slide 18 - Quiz
een elektromotor bestaat uit elektromagneten en één of meer vaste magneten
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
een elektromotor verandert elektrische energie in beweging ( hij gaat draaien)
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
elektromotoren vind je in allerlei apparaten en machines bijvoorbeeld in:
A
een elektrische scooter en een handzaag
B
speelgoed en een föhn
C
een elektrische fiets en een föhn
Slide 21 - Quiz
oefenles 3.4
Slide 22 - Slide
een spanningsbron kan elektriciteit afgeven:
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
een spanningsbron heeft twee polen
A
een noord en zuid pool
B
een plus en minpool
C
twee pluspolen
D
twee minpolen
Slide 24 - Quiz
tussen de min en pluspool staat spanning
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
de V is het symbool voor:
A
spanning
B
volt
C
stroom
Slide 26 - Quiz
batterijen, accu's en zonnepanelen zijn voorbeelden van:
A
stroom
B
opladers
C
spanningsbronnen
D
moeilijke woorden
Slide 27 - Quiz
een stopcontact lijkt een spanningsbron maar is dat niet
A
dat klopt
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
de spanning tussen de plus en minpool van een batterij
noemen we :
A
wisselstroom
B
batterijstroom
C
gelijkstroom
Slide 29 - Quiz
de spanning op de draden in het stopcontact is :
A
200 volt
B
280 volt
C
0 want dat bestaat niet
D
230 volt
Slide 30 - Quiz
de stroom in een batterij loopt altijd van de pluspool naar de minpool.
dat noemen we :
A
wisselstroom
B
gelijkstroom
Slide 31 - Quiz
wisselstroom is de stroom uit
"het stopcontact"
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quiz
een stofzuiger heeft 230 volt aan wisselstroom nodig. werkt hij dan ook op een accu van 230 volt??
A
ja
B
nee
Slide 33 - Quiz
op een blokbatterij met 6 batterijen van 1,5 volt staat :
A
10 volt
B
4 volt
C
niets , want dat kan niet
D
9 volt
Slide 34 - Quiz
een adapter zorgt dat de spanning van 230 volt verandert in de spanning die je bijv. nodig hebt voor je mobiel
A
klopt
B
onzin
Slide 35 - Quiz
een adapter zorgt er ook voor dat wisselspanning
A
verdwijnt
B
minder wordt
C
omgezet wordt in gelijkstroom
Slide 36 - Quiz
More lessons like this
oefenles 3.2 / 3.3 / 3.4 / 3.5
February 2024
- Lesson with
47 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
§4.2 spanningsbronnen
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Overal 1-2 VH hfst 6.1 spanningsbronnen
August 2022
- Lesson with
15 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3.1 Spanningsbronnen
February 2022
- Lesson with
11 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
H6 - §6.1 Spanningsbronnen
February 2024
- Lesson with
41 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
§4.2 'Spanningsbronnen'
April 2024
- Lesson with
22 slides
Natuur- Scheikunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
4.2 Spanningsbronnen
December 2022
- Lesson with
20 slides
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Overal 1-2 VH hfst 6.1
June 2022
- Lesson with
29 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2