Ontwikkelingspsychologie - Als de ontwikkeling anders gaat
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Problemen in de ontwikkeling
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Opgroeien in armoede
Erfelijke aandoening
Gescheiden ouders
Problemen in het gezin
Dyslexie
Verstandelijke beperking
Interne factor
Externe factor
Slide 11 - Drag question
Slide 12 - Slide
De ontwikkeling van het kind wijkt maar weinig af van het gemiddelde en is de achterstand nog in te halen. Dit noemen we:
A
Ontwikkelingsstoornis
B
Ontwikkelingsachterstand
C
Achterstandsituatie
D
Probleemsituatie
Slide 13 - Quiz
De ontwikkeling van een kind verloopt op meerdere vlakken afwijkend en er sprake van een blijvende achterstand. Dit noemen we een:
A
Ontwikkelingsstoornis
B
Ontwikkelingsachterstand
C
Achterstandssituatie
D
Probleemsituatie
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Je observeert kindje A. Er vallen je de volgende dingen op tijdens het spelen: valt vaak, maakt ongecontroleerde bewegingen, heeft een gebrekkige coördinatie. Onder welk ontwikkelingsgebied vallen deze signalen?
A
Sociale ontwikkeling
B
Seksuele ontwikkeling
C
Emotionele ontwikkeling
D
Motorische ontwikkeling
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Risicofactoren voor de ontwikkeling van het kind kunnen liggen op drie gebieden; kind, ouder(s) en/of gezin en omgeving. Welke risicofactor is op het niveau van het kind?
A
Echtscheiding ouders
B
Moeilijk temperament
C
Werkloosheid
D
Armoede
Slide 18 - Quiz
Risicofactoren voor de ontwikkeling van het kind kunnen liggen op drie gebieden; kind, ouder(s) en/of gezin en omgeving. Welke risicofactor is op het niveau van de omgeving?
A
Wonen in een achterstandsbuurt
B
Verslavingsproblemen ouders
C
Verstandelijke beperking
D
Taalachterstand
Slide 19 - Quiz
Risicofactoren voor de ontwikkeling van het kind kunnen liggen op drie gebieden; kind, ouder(s) en/of gezin en omgeving. Welke risicofactor is op het niveau van de ouders/gezin?