Woordenschat H2 les 1 en 2

Programma
  • Bespreken opdracht 6
  • Theorie Woordenschat H2 + Bespreken startopdracht
  • Opdracht maken en bespreken
  • Huiswerk

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Programma
  • Bespreken opdracht 6
  • Theorie Woordenschat H2 + Bespreken startopdracht
  • Opdracht maken en bespreken
  • Huiswerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 6 van Woordenschat H1 (blz. 27) 

Slide 2 - Slide

Woordenschat H2:  metonymie
Metonymie is ook een vorm van beeldspraak. Hierbij benoem je een eigenschap of kenmerk van het object.
Voorbeelden zijn:
Hij kreeg geel.> een gele kaart (je noemt de kleur)
Er hangt een mooie Rembrandt. > een schilderij van Rembrandt (de maker)
Nederland heeft gewonnen.> Het Nederlandse damesvoetbalelftal (het land)
Ik draag altijd Adidas. > Kleding/schoenen van Adidas (het merk)
Hij won zilver.> Zilveren medaille (materiaal)


Slide 3 - Slide

Woordenschat H2:  metonymie
Vervolg voorbeelden:
Die lange had weer het hoogste woord.> een lang persoon (kenmerk)
(Bij een metafoor zou je bijvoorbeeld zeggen: Die praatjesmaker had weer het hoogste woord, want het beeld komt overeen met het object: de persoon met de praatjes).
Ik kreeg een bloemetje.> een bosje bloemen. (Je benoemt een deel van het geheel. Dit heet pars pro toto)





Slide 4 - Slide

Huiswerk bespreken
 startopdracht van Woordenschat H2 (blz. 54)

Slide 5 - Slide

Maak
Opdracht 1 op blz. 54
Deze gaan we straks bespreken.
Als je klaar bent mag je beginnen aan opdracht 2.

Slide 6 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 2 van Woordenschat H2 op blz. 55-56.

Slide 7 - Slide

Programma
  • Stil lezen
  • Bespreken opdracht 
  • Opdracht maken

Slide 8 - Slide

Stil lezen!

Slide 9 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 2 van Woordenschat H2 (blz. 55-56) 

Slide 10 - Slide

Maak
Als je klaar bent, ga dan verder met opdracht 5.
Ben je klaar, maak dan opdracht 6!
timer
8:00

Slide 11 - Slide