2hva 26-9-2024 - H2 woordenschat 2e les

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen
  • Verder met H2, Woordenschat (v.a. blz. 54)
       Metaforen en personificatie 
       (en metonymie (vwo))





Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Bespreken huiswerk H1 WS: opdrachten 1 t/m 4

Slide 3 - Slide





Iedereen:
Na deze lessen kun je:
metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.

Vwo:
Na deze lessen kun je:
metonymie herkennen en begrijpen. 

Doel

Slide 4 - Slide

Weten we het nog?
  • Wat is een vergelijking:
  • 2 dingen naast elkaar die op elkaar lijken (object (o) en beeld (b)).
  • Wat is een metafoor
  • object en beeld vallen samen.
  • Mijn kamer is een slagveld
  • Hij is een wandelende encyclopedie.
  • Vaak in de vorm van een spreekwoord.
  • De appel valt niet ver van de boom.
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Weten we het nog?
Wat wordt er bedoeld met personificatie:
  • Een voorwerp, plant, dier of abstract begrip krijgt een menselijke eigenschap.
  • De wind fluistert door de bomen.
  • De tijd kruipt voorbij.
  • De auto kreunde onder het zware gewicht. 
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks.
(Wat wordt daarmee bedoeld?)
A
De betreffende persoon is heel lief.
B
De betreffende persoon is heel lelijk.
C
De betreffende persoon is heel gemeen.

Slide 7 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een personificatie?
A
De stoel kreunde onder zijn gewicht.
B
Zijn hoofd lijkt wel een varkenskop
C
Karel kreeg op zijn veertiende eindelijk de baard in de keel.

Slide 8 - Quiz

Welke zin bevat een personificatie?
A
Die Van Gogh is heel veel geld waard.
B
De zon kust de zee.
C
Ik heb honger als een paard
D
De appel valt niet ver van de boom.

Slide 9 - Quiz

Welke vorm van beeldspraak is een 'personificatie'?
A
Ze kreunde als een barende vrouw.
B
De bomen kreunden onder de laag sneeuw.

Slide 10 - Quiz

Welk van de onderstaande beeldspraken is een personificatie.
A
De wind stoeide met de bladeren.
B
Na de voorstelling klapte de zaal.
C
Zij is zo vlug als water.

Slide 11 - Quiz

"Het papier is geduldig."
Is dit een personificatie?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Weten we het nog? 
Wat is metonymie?
  • Metonymie => niet gebaseerd op overeenkomst.
  • => ander verband tussen object (o) en beeld (b).
  • Hij heeft een Rembrandt aan de muur hangen. 

Slide 13 - Slide

Bespreken H2 WS (blz. 54) opdracht 1

Slide 14 - Slide

Wat:
H2 WS (blz. 54)
Havo en vwo:
Ga verder met opdracht 2 . 

Hoe:
Samen met je buurman of 
buurvrouw.

Klaar?
Havo: Ga verder met opdrachten 3 en 4.
Vwo: maak 4 uit het h/v-boek en de opdrachten 1, 3 en 5 (blz. 55) van het blad.
Heb je alles af, pak dan je leesboek uit de kast.  





Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 15 - Slide






Iedereen:
Na deze lessen kun je:
  • metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.
Vwo:
Na deze lessen kun je:
  • metonymie herkennen en begrijpen. 

Doel

Slide 16 - Slide

Huiswerk
maandag 30 september:
H2, WS (blz. 54 enz.)
Iedereen
Maken: opdrachten 1 t/m 4

vwo:
maken: opdrachten 1, 3 en 5 (metonymie) (Staan op het blad dat je hebt gekregen.)

Leren:
Iedereen
theorie H1 (blz. 24) en woordenlijst H1 (in SOM)
theorie H2 (blz 54) en doorlezen woordenlijst H2 (in SOM)
vwo
theorie H2 metonymie 


Slide 17 - Slide