Le vendredi 8 octobre

BONJOUR ET BIENVENUE 1AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE 1AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Doelen van de les 
- Je hebt je luisterdossier aan het begin van de les ingeleverd
- Je maakt kennis met 2 onregelmatige ww: écrire en devoir
- Je gaat met de stof oefenen met grammatica trainer leçon 4
-Je gaat leçon 5 WB opdrachten 57-62-64 maken

Slide 2 - Slide

Ww écrire en devoir
-2 onregelmatige ww
- schrijven en moeten
- leren in 3 tijden 
- présent en passé composé helemaal uitgewerkt in je tekstboek
-imparfait staat alleen de eerste vorm maar je moet alle vormen kennen

Slide 3 - Slide

Wat zijn ook alweer de uitgangen van de imparfait (o.v.t)?

Slide 4 - Mind map

Ww écrire en devoir
 Imparfait (o.v.t)  Stam + uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient                                                     
écrivais = ik schreef                          Je devais = ik moest
Tu écrivais = jij schreef                         Tu devais = jij moest
Il/elle/on écrivait = etc                          Il/elle/on devait = etc
Nous écrivions                                         Nous devions
Vous écriviez                                             Vous deviez
Ils/elles écrivaient                                   Ils/elles devaient

Slide 5 - Slide

écrire (présent)
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
écris
écris
écrit
écrivons
écrivez
écrivent

Slide 6 - Drag question

Combineer ww écrire met de juiste tijden.
j'écris 
tu as écrit 
ils écrivaient 

présent 

imparfait 

passé composé 

Slide 7 - Drag question

Kies en sleep de juist vertaling

Zij schrijven


Ik heb geschreven

Hij schreef
Jullie hebben geschreven
Vous avez écrit
Elles écrivent
J'ai écrit
Il écrivait

Slide 8 - Drag question

Devoir (présent & passé composé)
Jij hebt gemoeten
Zij hebben gemoeten
Hij heeft gemoeten
Zij moet
Jullie moeten/ U moet
Men moet
Wij moeten
Ik moet
Je dois
Nous devons
Ils ont dû
Elle doit
Il a dû
On doit
Vous devez
Tu as dû

Slide 9 - Drag question

Kies en sleep de juist vertaling
je devais
nous devions
ils devaient
tu devais
zij moesten
wij moesten
jij moest
ik moest

Slide 10 - Drag question

Het werkwoord écrire betekent...
A
lezen
B
schrijven
C
luisteren
D
vragen

Slide 11 - Quiz

écrire (présent) : tu ...
A
écrie
B
écris
C
écrires

Slide 12 - Quiz

De passé composé van écrire bestaat uit:
A
onderwerp+avoir+écriré
B
onderwerp+avoir+écrié
C
onderwerp+avoir+écrit
D
onderwerp+avoir+écris

Slide 13 - Quiz

On........... (écrire)
passé- composé
A
est écrit
B
a écrit
C
écrivait
D
as écrit

Slide 14 - Quiz

Wat betekent devoir?
A
bezien
B
lopen
C
moeten
D
mogen

Slide 15 - Quiz

(devoir,présent) jij moet
A
tu devois
B
tu dois
C
tu devus
D
tu devais

Slide 16 - Quiz

(devoir,imparfait) jullie moesten
A
vous devez
B
tu dois
C
tu devus
D
vous deviez

Slide 17 - Quiz

(devoir, passé composé) hij heeft gemoeten
A
il a dû
B
il devait
C
il doit
D
il est dû

Slide 18 - Quiz

Vervoeg:
(écrire, présent,elle)

Slide 19 - Open question

Vervoeg:
(écrire, p.c ,elles)

Slide 20 - Open question

Vervoeg:
(écrire, imparfait ,tu)

Slide 21 - Open question

Vervoeg:
(devoir, imparfait, je)

Slide 22 - Open question

Vervoeg:
(devoir, présent, nous)

Slide 23 - Open question

Vervoeg:
(devoir, p.c, vous)

Slide 24 - Open question

Maintenant
-oefenen (ww devoir&écrire) met grammatica trainer leçon 4
-maken leçon 5 WB opdrachten 57-62-64 

Slide 25 - Slide