1. Twee hoofdzinnen worden onterecht aan elkaar geplakt door een
komma (hoofdzin "komma" hoofdzin)
Fout: Gisteren was ik niet op school, vandaag ben ik er weer.
Goed: Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer
2. Een bijzin staat onterecht 'los': hoofdletter + punt
Fout: We hebben zin in de vakantie. Omdat het dan weer carnaval is.
Goed: We hebben zin in de vakantie, omdat het dan weer carnaval is.