1. Zoek naar alle werkwoorden in de zin. Begin met de pv's door de zin in een andere tijd te zetten. De pv's veranderen dan namelijk.
2. Kijk verder naar woorden die je 'kan doen'.
3. pv's = tt ik-vorm + t/inf vt: kofschip/klankverandering
4. od = inf+d(e)
5. vd = (pv hebben/zijn/worden +)ve(r)/ge , 'klaar': kofschip/klankverandering
6. inf = hele werkwoord en verandert niet met tijdproef
7. bn = staat direct voor zn (mens/dier/ding + extra info over): zo kort mogelijk
8. gw = een verzoek/eis: ik-vorm