Architectuur combineert functionaliteit met esthetiek, terwijl de technische realisatie ook belangrijk is. Begin 20e eeuw experimenteren architecten met nieuwe materialen zoals gietijzer, staal, en gewapend beton, wat de skeletbouw mogelijk maakt en nieuwe ontwerpopties biedt. Moderne architectuur kenmerkt zich door eenvoud en geometrie, waarbij onnodige versieringen worden vermeden. Deze functionele stijl, ook wel de Internationale Stijl, verspreidt zich vanuit Europa wereldwijd.