Signaalwoorden en tekstverbanden
Signaalwoorden zijn woorden die een tekst begrijpelijker maken.
Signaalwoorden leggen verbanden tussen zinnen en alinea’s. Een signaalwoord vertelt dus
wat de zinnen of alinea's met elkaar te maken hebben.
Het woord 'maar' geeft bijvoorbeeld het signaal dat er een tegenstelling komt.
Het woord 'zoals' geeft het signaal dat er een toelichting komt.
Als een schrijver signaalwoorden verkeerd gebruikt, kan de lezer de tekst niet begrijpen:
- Ik loop naar de keuken want daar staat de koelkast = begrijpelijke zin
- Ik loop naar de keuken maar daar staat de koelkast = onbegrijpelijke zin