2mavo + havochap1 intro+bron A

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Le passé composé 

het hulpwerkwoord:  AVOIR (hebben)

 j'ai

tu as

il / elle / on a

nous avons

vous avez

ils / elles ont

Samen wordt het: 

j'ai joué  = ik heb gespeeld

j'ai dansé = ik heb gedanst

j'ai aimé = ik heb gehouden van

j'ai regardé = ik heb gekeken

Stam + é

Werkwoorden - er

Voorbeelden:

jouer : joué

danser : dansé

aimer : aimé 

regarder : regardé

Passé composé. Hoe vorm je deze?

1. Tu (regarder):

2. Nous (écouter):

3. Elle (danser):

4. Ils (jouer):

Landennamen in het Frans

Krijgen altijd een lidwoord:

le-la-l'-les

La France= Frankrijk

L'Angleterre= Engeland

L'Allemagne= Duitsland

L'Italie= Italië

La Hollande= Holland

La Belgique= België

La Suisse= Zwitserland

La Turquie= Turkije

La Grèce =Griekenland

L'Espagne=Spanje

La Suède=Zweden

La Russie=Rusland

La Chine= China

Maar; 

Le Portugal=Portugal

Le Danemark= Denemarken

Le Maroc= Marokko

Le Japon= Japan

meervoud

Les Etats-Unis= Verenigde Staten

Les Pays-Bas= Nederland

Les Seychelles= Seychellen

voorzetsel in/naar;

Voor vrouwelijke landen; en 

voor mannelijke landen; au

voor meervoud; aux 

Attention! 

Bij plaatsnamen; à 

Je vais à Paris, en France

Au Espagne

En Italie

à Rome

Au Danemark

En Portugal

au Etats-unis

Les vacances idéales

Bloc A WB page 24:

ex 6a

La méteo 

ex 6b: het weerbericht

WB page 24

Il fait beau

Il fait mauvais

Il fait chaud

Il fait froid

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.

Il fait mauvais

Il fait chaud

Il fait froid

il fait beau

Quel temps fait il?

1. Il fait chaud
2. Il fait beau
3. Il fait froid
4. Il fait mauvais

Quel temps fait-il?

1. Il fait mauvais
2. Il fait chaud
3. Il fait froid
4. Il fait beau

Quel temps fait- il?

Ex 6B

Écoute la météo

Bloc D

Grammaire et écrire

WB page 32-33

'Le passé composé' 

Qu'est-ce que tu as fait le weekend???

Fais un woordweb met in het midden het woord : le weekend

Zoek zoveel mogelijk woorden in je boek die te maken hebben met je afgelopen weekend

Denk aan het weer, je hobby/sport etc.....

Bron B corriger

Passé composé

Hoe wordt deze ook alweer gevormd??

Je hebt nodig:

1. Een hulpww : HEBBEN = AVOIR

2. HET VOLTOOID DEELWOORD

VB: Jij hebt geluisterd

Tu as écouté

Alle ww -er krijgen é

Oefenen:

Vous (parler):

Ils (jouer):

Nous (danser):

UITZONDERINGEN!!!

FAIRE(doen/maken): Tu as fait

ÊTRE (zijn): Tu as été

AVOIR(hebben): Tu as eu

Prenez page Bron D

Passé composé

Hoe leer jij nu woordjes?