Feiten, Meningen en Argumenten

Burgerschap
Les 1 ( Politieke juridische dimensie):
Kritisch denken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Burgerschap
Les 1 ( Politieke juridische dimensie):
Kritisch denken

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Na deze les weet je:
  • Wat kritisch denken is en hoe je dit toepast in het dagelijks       leven.
  • Het verschil tussen: feiten, meningen, argumenten en   aannames.

Slide 2 - Slide

Burgerschap

Slide 3 - Slide

Burgerschap (Kritisch denken)
‘Ik kan niemand iets leren, ik kan mensen alleen aan het denken zetten’, zei de Griekse filosoof Socrates.

  • In de huidige complexe samenleving is het belangrijk om                           kritisch te kunnen nadenken.
  • Leren hoe je bruikbare informatie kunt filteren uit alle bronnen.
  • Kritisch zijn betekent dat jij altijd doorvraagt over informatie die jij om je heen hoort. 

Slide 4 - Slide

Burgerschap (Kritisch denken)
  • Kritisch denken: Feiten, meningen, argumenten en aannames
  • Feit: is iets wat echt gebeurd is en gecontroleerd kan worden. Een feit kan niet veranderd worden. 
  • Mening:  is wat iemand ergens van vindt.
  • Argumenten: uitleg waarom je iets vindt.
  • Aannames: uitspraken waarvan je niet weet of ze wel waar zijn. Aannames:  vaak verbonden met vooroordelen.  


Slide 5 - Slide

Burgerschap (Kritisch denken)
                                  

             Feiten, meningen en argumenten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welke feiten kwamen in het filmpje voorbij?

Slide 8 - Open question

Welke meningen kwamen in het filmpje voorbij?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Welk argument werd genoemd voor het inslapen van Peanut?

Slide 11 - Open question

Het is beter als leerlingen zelf mogen kiezen waar ze zitten in het klaslokaal.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Iedereen moet oranje dragen op Koningsdag.
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quiz

Vul aan met een argument: 'Mijn favoriete vak is ..., want ...'

Slide 15 - Open question

Vragen?
* Ga aan de slag met de opdracht "Kritisch denken", in teams (burgerschap).
* Klaar? Maak de opdrachten af bij het onderdeel burgerschap van de vorige periode.

Slide 16 - Slide