NN 3 - Spelling 3 - Getallen

NN 3 - Spelling 3/4 - Getallen, trema en apostrof

Je kunt getallen correct spellen.

Je weet wanneer je een trema en
een apostrof moet gebruiken.





1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

NN 3 - Spelling 3/4 - Getallen, trema en apostrof

Je kunt getallen correct spellen.

Je weet wanneer je een trema en
een apostrof moet gebruiken.





Slide 1 - Slide

Getallen
Getallen schrijf je soms in cijfers en soms in letters

Daar zijn spellingsregels voor.

Slide 2 - Slide

Getallen
letters: 
-  één t/m twintig: vijf, zeventien
- tientallen: dertig, zestig
- honderdtallen: tweehonderd, vijfhonderd
- duizendtallen: drieduizend, negenduizend
- rangtelwoorden: elfde, vijftigste, tweehonderdste

Slide 3 - Slide

Getallen
cijfers: 
-  getallen boven de twintig behalve de tientallen, honderdtallen etc: 23, 764, 1998

- maten, gewichten, data, telefoonnummers, adressen, bedragen, percentages: 
6 kilo, 15 juli, 25%, 1061 AL

Slide 4 - Slide

Opdracht 2 - blz. 121
Op ... paasdag bezochten zo'n ... mensen de woonboulevard.
A
2e, 300
B
tweede, driehonderd

Slide 5 - Quiz


Vanwege het slechte weer kwam ruim ... van de kiezers niet naar de stembus.
A
1/3
B
een derde

Slide 6 - Quiz


De wedstijd begint vanavond om ... uur, zei de trainer.
A
20.00
B
acht

Slide 7 - Quiz

De afgelopen ... jaar vielen er in Syrië bijna .... doden.
A
3, 68.000
B
drie, 68 duizend

Slide 8 - Quiz

Lesdoelen

Je kunt getallen correct spellen.

Je weet wanneer je een trema en
een apostrof moet gebruiken.

Slide 9 - Slide

Heb je nog een vraag?
Stel die dan hier.

Slide 10 - Open question