1. maak 2-tallen
2. voer een gesprek. Je kunt:
- zin 1, 2, 3 en 4A, 4B en 4C als gesprek pakken (echt ziek)
- zin 1, 2, 3 en 5A, 5B en 5C als gesprek pakken (nep ziek)
3. Zin 1, 2 en 3 spreekt persoon A uit.
4. Zin 4A/4B/ 4C of 5A/ 5B/ 5C spreekt persoon B uit.