This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
12.5 Reageren
met behulp van hormonen
Slide 1 - Slide
klaarleggen
Boek blz 145
Binas 89 C
Slide 2 - Slide
leerdoelen:
Je leert hoe je lichaam hormonen gebruikt om te reageren op veranderingen in de omgeving, aan de hand van enkele voorbeelden (heb je binas bij de hand)
reactie op kou (bron 18 / binas 89C)
reactie op watertekort (bron 19 / binas 85D)
reactie op energietekort (do 14/1)
reactie op zuurstofgebrek (do 14/1)
Slide 3 - Slide
Sleep de organen naar de juiste plek, evt met binas 89A
orgaan 1
orgaan 2
orgaan 2
Hypothalamus
Hypofyse
Doelwitorgaan
Slide 4 - Drag question
De hypothalamus produceert... (blauwe pijl), gebruik je binas
A
Releasing hormonen (RH)
B
Inhibiting hormonen (IH)
C
Zowel RH als IH
D
Geen van beide
Slide 5 - Quiz
Reactie op kou
Slide 6 - Slide
Schildklierhormonen
binas 89A
De schildklier zit
in de hals, tegen je strottenhoofd aan
maakt o.i.v. TSH uit de hypofyse verschillende schildklierhormonen
bevat jodium (krop bij tekort)
jodiumpillen bij fall out
functie is het stimuleren dissimilatie; invloed op metabolisme en groei
Slide 7 - Slide
de reactie op kou
zie je in de TSH-regelkring
(bron 18 en binas 89C)
(Zintuigelijke) prikkel uit het externe milieu
Slide 8 - Slide
Structuur T4 en T3
T4 = thyroxine: heeft 4 jood-ionen
T3=tri-jood-thyronine
Binas 67 K 1
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Hoe noemen we het fenomeen dat een hormoon zijn eigen aanmaak remt?
Slide 11 - Open question
Reacties op watertekort
Osmoregulatie = is de actieve regeling van de osmotische waarde (osmotische druk) van de vloeistoffen van een organisme om een homeostase te behouden van de watermassa.
binas 85D = bron 19 blz 146
Slide 12 - Slide
Waardoor reageren alleen doelwitcellen op hormonen, en niet alle andere cellen ook?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Osmotische waarde
het aantal opgeloste deeltjes in de oplossing
Hoge osmotische waarde : veel opgeloste deeltjes in de oplossing
Tekst
Slide 16 - Slide
Een bloeddonor doneert 0,5L volbloed, dat leidt tot veranderingen als: 1. daling van de bloeddruk 2. vermindering van het aantal rode bloedcellen per mm3 bloed 3. verhoging van de waterresorptie in de nieren 4. verhoging van de afgifte van het antidiuretisch hormoon (ADH) In welke volgorde treden deze veranderingen op?
A
1 - 2 - 4 - 3
B
2 - 1 - 4 - 3
C
1 - 4 - 3 - 2
D
2 - 4 - 3 - 1
Slide 17 - Quiz
Het hormoon ADH wordt gemaakt in de hypothalamus en aan het bloed afgegeven in de hypofyse.
Door welk proces komt dit hormoon vanuit de hypofyse in het bloed terecht?
A
door actief transport
B
door osmose
C
door terugresorptie
D
door ultrafiltratie
Slide 18 - Quiz
ADH werkt in op cellen die dit hormoon kunnen herkennen met behulp van zogenoemde ADH-receptoren.
Waar bevinden zich deze ADH-receptoren voornamelijk?
A
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierader
B
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierkanaaltjes
C
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierkapsels
D
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierslagader
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Video
Deze les
Leerstof toetsweek
Nog de twee laatste onderdeeltjes van 12.5
Slide 21 - Slide
Leerstof toetsweek
Hoofdstuk 10 Spijsvertering
Hoofdstuk 12 Hormonen
Hfst 2 Cel en leven
hfst 3 Wetenschappelijk onderzoek
hfst 7 Evolutie ; paragraaf 7.1 t/m 7.4
Slide 22 - Slide
oefenstof
Examentraining na elk hoofdstuk in het boek.
https://biologiepagina.nl/Vwo4/vwo4.htm
https://biologiepagina.nl/Vwo6/examenvwo.htm
volgende dia de link
Slide 23 - Slide
https:
Slide 24 - Link
Na de vakantie
In de lessen gaan we herhalen en opdrachten maken.