3KC DINSDAG 14 APRIL 2020 OOA

3KC DINSDAG 14 APRIL OOA
1 / 15
next
Slide 1: Slide
neMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

3KC DINSDAG 14 APRIL OOA

Slide 1 - Slide

DEZE LES:
NAKIJKEN SPELLING H5.3:
  • opdracht 7-8-9 (werkboek blz. 155)
  • je hebt ook de afrondende test van Spelling H5 in Teams gemaakt!
  • START SPELLING H6.3!

Slide 2 - Slide

Spelling 6.3
AAN HET EINDE VAN DEZE LES:
  • weet je hoe je de PV in de tegenwoordige tijd moet schrijven;
  • weet je hoe je de PV in de verleden tijd moet schrijven;
  • weet je hoe je het voltooid deelwoord (VD) schrijft;
  • weet je hoe je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijft;
  • kun je het trucje met 'T KoFSCHiP toepassen.

Slide 3 - Slide

Wat heb je nodig?
Je tekstboek op blz. 180-181;
- je werkboek op blz. 191-192;
- de Lessonup in Magister.







Slide 4 - Slide

EERST DIT...
  • WE LEZEN EERST SAMEN DE THEORIE OP BLZ. 180-181!


Slide 5 - Slide

WAT GA JE VERDER DOEN?
  • Bekijk eerst nog even de uitleg en eventuele filmpjes op de volgende pagina's. 
  • Kijk op de pagina na het filmpje om te zien wat je huiswerk is!




Slide 6 - Slide

Regels persoonsvorm

Kijk eerst goed of het woord de PV is. Alleen als het de PV is, gebruik je deze regels!!

Slide 7 - Slide

Klik op een 'hotspot' bij het onderdeel waar je uitleg over wilt.
Persoonsvorm
Je hebt vastgesteld dat het werkwoord waar het om gaat, een persoonsvorm is. Vervolgens kijk je naar de tijd: is het tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Tegenwoordige tijd: ik-vorm / ik-vorm + t / hele werkwoord
Verleden tijd: verlengproef/'t kofschip.

Kijk ook in je boek op blz. 266
Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord kan eindigen op:
-t, -d, -en

Als je het woord langer maakt, kun je het horen. Lukt het niet? Dan gebruik je de regel van het 't ex kofschip.

Slide 8 - Slide

Klik op een 'hotspot' bij het onderdeel waar je uitleg over wilt.
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je in principe altijd zo kort mogelijk. Eindigt een VD op een -d of -t? Dan schrijf je het VD als BN zo kort mogelijk.
bijv.: De pannenkoek is verbrand. -> de verbrande pannenkoek
         De foto is vergroot. -> de vergrote foto
LET OP: je schrijft alleen -dd of -tt als de uitspraak dit nodig heeft!
         De muur is gewit. -> de gewitte muur
Eindigt een VD op -en? Dan schrijf je het VD als BN precies hetzelfde!
bijv.: De vis is gevangen. -> de gevangen vis
         Het meisje is gekozen. -> het gekozen meisje
Zie ook blz. 151 in je boek!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Aan de slag
    * Kijk, voordat je met het huiswerk begint, even nog de  
  opdrachten na van Spelling H5.3 (opdr. 7, 8, 9, wb blz.   155). De antwoorden hiervan staan in Magister.
* Ga aan het werk met je huiswerk voor vrijdag 14 april:              m. opdr. 1 t/m 6 (Spelling 6.3, werkboek blz. 191-192) 
      




Slide 12 - Slide

HOE KOM JE VIA CUMLAUDE IN DE WOORDTRAINER?
* Je gaat buiten de VDI om naar internet explorer.
* Daarna ga je naar de Kempenhorstsite.
* Daar klik je op het logo van CumLaude (CL).
* Je logt in en gaat vis de studieroute naar NE -3K.
* Dan kies je voor 'digitaal lesmateriaal'.
* Je komt dan op de site van Talent. Je gaat naar leerjaar 3, vmbo-k, hoofdstuk 5 en klikt dan op start.
* links zie je dan alle paragrafen staan. Je gaat naar de Woordtrainer.


Slide 13 - Slide

* Bovenaan in de tekst zie je nu een blauwe link staan: woordtrainer van leerjaar 3. Deze klik je open.
*  Als je op het kruisje klikt, kom je op een pagina waar je het hoofdstuk en de lessen kunt aanvinken (je moet uiteindelijk alle lessen van H5 kennen).
* Daarna kun je rechts je manier van leren kiezen. Druk daarna op START.  SUCCES!

Slide 14 - Slide

Succes!

Slide 15 - Slide