Start schrijven van een beoordeling

Nederlands
25 mei 2020

Vragen over de opdracht 'woordsoorten'?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
25 mei 2020

Vragen over de opdracht 'woordsoorten'?

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je weet wat een recensie is en kunt deze ook herkennen
Je weet hoe een recensie is opgebouwd
Je weet wat een feit is
Je weet wat een mening is

Slide 2 - Slide

Wat is een recensie?

Slide 3 - Open question

Recensie
Schriftelijke beoordeling
Doel is overtuigen
Mening over bijvoorbeeld een boek, film of optreden

Slide 4 - Slide

Opbouw van een recensie
Inleiding: binnenkomer, schrijf waar de beoordeling over gaat, laatste zin je mening. 

Kern: geef in elke alinea een beschrijving van wat je hebt gelezen en geef daarna je oordeel (argumenten: waarom is het leuk, saai, spannend, interessant, herkenbaar, geloofwaardig…) 

Slot: vat de kern van je beoordeling samen en eindig met een uitsmijter. 

Slide 5 - Slide

Welke alinea bevat je mening?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 6 - Quiz

Welke alinea bevat een uitsmijter?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 7 - Quiz

Waarom moet je voorbeelden geven bij je argumenten?

Slide 8 - Open question

Het is hier ijskoud!
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Ik heb gewoon kippenvel!
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

feiten en meningen
Feit = iets wat werkelijk zo is of wat werkelijk gebeurd is. 
         = kun je controleren

Mening = wat een persoon ergens van vindt. 
                 = verschillen vaak. 
                 = standpunt, oordeel, opinie, opvatting.

Slide 11 - Slide

Feit
Mening

Ik vind dat in Nederland veel heuvels voorkomen.

Limburg heeft heuvels, Groningen is helemaal vlak.

Een fluohesje dragen in het verkeer is veilig.
 
Een bezoek aan een museum is altijd boeiend.

Wat een prachtig doelpunt!

Jeroen zegt dat Nederlands een ontzettend saai vak is.

Slide 12 - Drag question

Leerdoel
Je weet wat een recensie is en kunt deze ook herkennen
Je weet hoe een recensie is opgebouwd
Je weet wat een feit is
Je weet wat een mening is

Slide 13 - Slide

Wat wist je al?

Slide 14 - Open question

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Open question

Huiswerk
maak van par. 6.6 Schrijven opd. 3 en 4 (donderdag 28 mei)
Werken aan opdracht 'Woordsoorten' (vrijdag 29 mei inleveren)
Lezen in je leesboek (donderdag 4 juni uit)

Slide 16 - Slide