Herhalen thema 4 voortplanting TL2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herhalen thema 4 voortplanting TL2

Hoe gaan we dat doen

- Blauwe achtergrond = vraag

- Antwoord op bordje schrijven en omhoog houden

- Niet overleggen en stil werken

Hoe noem je geslachtskenmerken die vanaf de geboorte al aanwezig zijn?

19. Geslachtskenmerken

Geslachtskenmerken kun je onderverdelen in primaire

geslachtskenmerken en secundaire geslachtskenmerken.

In welke zin staan alleen secundaire geslachtskenmerken?

1. Schaamlippen, borstgroei en borsthaar.
2. Schaamhaar, borstgroei en lagere stem.
3. Balzak, schaamlippen en penis.
4. Balzak, bredere schouders en lagere stem.

Wat is intersekse?

1. Iemand die op mannen en vrouwen valt
2. Iemand met zowel vrouwelijke als mannelijke kenmerken
3. Iemand die niet van seks houdt
4. Iemand die verslaafd is aan seks

Wat is de puberteit?

1. Periode waarin je naar de middelbare school gaat.
2. Periode waarin je geestelijk en lichamelijk volwassen wordt.
3. Periode waarin je veel vrienden en vriendinnen krijgt.
4. Periode waarin je op kamers gaat wonen.

Belangrijk 4.1

- Leerdoelen

- Begrippen

- Afbeelding: 2 en 3

- Opdracht: 5

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw liggen eicellen

1. Eileider
2. Eierstokken
3. Baarmoeder
4. Vagina

Waar in het voortplantingsstelsel van een vrouw vindt bevruchting plaats?

1. Baarmoeder
2. Vagina
3. Eileider
4. Eierstok

Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de vrouw maakt geslachtshormonen?

1. Baarmoeder
2. Eileider
3. Eierstok
4. Clitoris

Een eicel is de grootste menselijke cel. Waarom is de eicel zo groot?

Wat is de functie van de binnenste schaamlippen?

1. slijm maken zodat de penis makkelijk naar binnen kan.
2. om de vagina te beschermen
3. om er voor te zorgen dat je buitenste schaamlippen naar buiten staan.

Wat is een ander woord voor ongesteld?

Wat is een ander woord voor eisprong EN op welke dag van de menstruatiecyclus vindt de eisprong plaats?

Welke hormoonklieren spelen een rol bij de voortplanting?

1. Teelballen, eierstokken en schildklier
2. Teelballen, eierstokken en alvleesklier
3. Teelballen, eierstokken en Speekselklieren
4. Teelballen, eierstokken en hypofyse

Hoelang duurt een menstruatiecyclus ongeveer?

1. ongeveer 28 dagen
2. ongeveer 7 dagen
3. ongeveer 15 dagen
4. ongeveer 4 dagen

Wat gebeurd er in de overgang?

1. Een vrouw maakt geen nieuwe eicellen aan
2. Er komen geen eicellen meer tot ontwikkeling
3. Er komen steeds minder eicellen tot ontwikkeling
4. Een vrouw maakt minder eicellen aan

Belangrijk 4.2

- Leerdoelen

- Begrippen

- Afbeelding: 2!, 4, 5, 8, 9

- Opdracht 1, 5

Wat is de functie van de zaadleider in het voortplantingsstelsel van de man?

1. Slaat zaadcellen op
2. Vervoert de zaadcellen
3. Ontstaan zaadcellen
4. Voegen zaadvocht toe

In de afbeelding worden onder andere enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man weergegeven.

Productie van zaadcellen is letter:

1. Q
2. R
3. S
4. T

Welke delen van het voortplantingsstelsel van een man voegen vocht toe aan de zaadcellen waardoor deze beter gaan bewegen?

1. de bijballen en de prostaat
2. de bijballen en de zaadblaasjes
3. de prostaat en de zaadblaasjes
4. de bijballen, de prostaat en de zaadblaasjes

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een gesteriliseerde man schematisch getekend. Is deze man nog instaat nog een orgasme te krijgen?

1. Nee, deze man kan geen orgasme krijgen.
2. Ja, maar bij een orgasme vindt geen lozing van zaadvocht plaats.
3. Ja, maar bij een orgasme bevat het zaadvocht geen zaadcellen.

Waarom moeten de teelballen indalen?

1. Omdat de temperatuur in de buik beter is dan buiten de buik.
2. omdat anders de balzak niet gevuld wordt.
3. Omdat de temperatuur in de buik te hoog is voor de ontwikkeling van de zaadcel

In welke volgorde gaan zaadcellen door het voortplantingsstelsel van de man?

1. bijballen – zaadleiders – teelballen – prostaat - urinebuis
2. teelballen – prostaat – bijballen – zaadleiders - urinebuis
3. bijballen – teelballen – prostaat – urinebuis - zaadleiders
4. teelballen – bijballen – zaadleiders – prostaat – urinebuis

Hoe kan een zaadcel zich voortbewegen?

1. Met de zweepstaart
2. Met de zaadblaasjes

Hoe het het weefsel dat zorgt voor een erectie?

Belangrijk 4.3

- Leerdoelen

- Begrippen

- Afbeelding 2!, 3, 4, 5

- Opdracht 1 en 5

Belangrijk 4.4

- Leerdoelen

- Begrippen

Wat is anticonceptie?

1. Zorgen dat je geen SOA kan krijgen
2. Zorgen dat je niet zwanger kan raken
3. Zorgen dat je geen huid op huid contact hebt
4. Zorgen dat je onvruchtbaar bent

Noem 2 manieren van anticonceptie die NIET betrouwbaar zijn

Welke van de volgende beweringen over het condoom is juist?
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.

1. Alleen 1
2. Alleen 2
3. Beide beweringen
4. Geen van beide beweringen

Wat is de functie van de anticonceptiepil?

1. Die voorkomt het innestelen van een bevruchte eicel.
2. Die voorkomt het vrijkomen van de eicel.
3. Die zorgt voor de afbraak van de zaadcellen.
4. Die zorgt voor het aangroeien van het baarmoederslijmvlies.

Noem 2 noodmaatregelen na onveilige geslachtsgemeenschap met een mogelijke zwangerschap als gevolg

Chlamydia is een:

1. Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
2. Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie
3. Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
4. Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie

Wat is HIV?

1. Dit is een verkoudheid.
2. Dit is een virus dat uiteindelijk aids veroorzaakt.
3. Dit is hetzelfde als aids.
4. Dit is een bacterie.

Belangrijk 4.5

- Leerdoelen

- Begrippen

- Afbeelding 2, 4

- Opdracht 5

Als een zaadcel een eicel is binnengedrongen dan kunnen andere zaadcellen er nog bij.

1. Waar
2. Niet waar

Na de bevruchting gaat de eicel delen. Hoe noemen we het als het klompje cellen aankomt in de baarmoeder en zich hier vast zet in het slijmvlies?

6. Hoe lang duurt een
zwangerschap bij de mens?

Les: Zwangerschap

1. een half jaar
2. 7 maanden
3. 9 maanden
4. een jaar

8. Wordt een vrouw tijdens de 

zwangerschap ongesteld?

Les: Zwangerschap

1. ja
2. nee

Na de geboorte wordt de placenta gecontroleerd op afwijkingen. Tijdens de zwangerschap produceert de placenta hormonen.

Wat is nog meer een functie van de placenta?

1. Beschermt het kind tegen bijvoorbeeld stoten in de buik
2. Het kind voorzien van voeding en zuurstof
3. Het zorgt er voor dat het kind in de buik vast blijft zitten tot de bevalling

Waarmee is de embryo verbonden met de placenta?

Wat zijn de functies van het vruchtwater?

1. Bescherming tegen uitdroging
2. Constante temperatuur
3. Bescherming tegen stoten
4. Genoeg te drinken

Noem 3 manieren van prenataal onderzoek (voor de geboorte onderzoek)

Belangrijk 4.6

- Leerdoelen

- Begrippen

- Afbeelding 1, 2, 3 en 4

- Opdracht 5

Noem nog 5 manieren van anticonceptie

Belangrijk 4.7

- Leerdoelen

- Spiraal en sterilisatie

Wat is de volgorde van de bevalling?

1. ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
2. uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
3. ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
4. uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Wat zijn weeën?

1. Ontsluiting
2. Eerste verschijnselen van de bevalling
3. Samentrekkingen van de baarmoederwand
4. Baby's die verkeerd om in de buik liggen

Belangrijk 4.8

- Leerdoelen

- Begrippen

- Afbeelding: 1 en 2

Hoe leren voor de toets

Zelf een samenvatting schrijven

Begrippenlijst maken

Online oefenen: flitskaarten, opdrachten maken, oefentoetsen