Financieel 1 les 8

Financieel 1
Les 8
1 / 37
next
Slide 1: Slide
VerkoopcijfersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Financieel 1
Les 8

Slide 1 - Slide

Inhoud

Week 6: Introductie
Week 7: Hoofdstuk 3.1
Week 8: Hoofdstuk 3.2
Week 9: Hoofdstuk 3 afronding & oefentoets

Slide 2 - Slide

Financieel 1
Vaak wordt gedacht: goede verkoopcijfers zijn hoge verkoopcijfers.. Maar zelfs met heel hoge verkoopaantallen kun je verlies lijden als je de kosten niet in de hand hebt of als de verkoopprijs te laag is.

In deze lessenserie gaan we bezig met Financieel

Slide 3 - Slide

Boek Financieel 1
Opdrachten maken in boek
of digitale leeromgeving

Slide 4 - Slide

Nut van deze les
Aan het einde van de les..

.. weet je voorraadkengetallen zijn.
.. leer je het verschil tussen omzetsnelheid en omzetduur.

Slide 5 - Slide

Waarom moet een retailer waarde toevoegen aan de producten/diensten die hij verkoopt?

Slide 6 - Open question

Handel
Handel is het inkopen van goederen om deze te verkopen voor een hogere prijs.

Consumenten zijn alleen bereid om die hogere prijs te betalen als ze de aankoop een goede deal beschouwen. 

Als verkoper moet je voor de klant waarde toevoegen.

Slide 7 - Slide

Waarde toevoegen
Retail betekent ook waarde toevoegen:
Producten onder de aandacht brengen van klanten
Aantrekkelijk assortiment aanbieden
Service verlenen
Sfeer in de winkel of op de website
Betaling makkelijk maken
Producten, goederen, diensten

Slide 8 - Slide

Wat is de omzet?

Slide 9 - Open question

Wat is de afzet?

Slide 10 - Open question

Wat zijn bedrijfskosten?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Financieel beleid
Financieel beleid heeft alles te maken met inzicht in de cijfers van je bedrijf. 
En met het nemen van beslissingen op basis van die cijfers

Hoe hoog zijn de kosten? Kan ik de kosten verlagen? Wanneer maak ik nog winst?

Slide 13 - Slide

Planning
Periode 1: H1&2
Periode 2: H3 (hertentamen in gele week)
Periode 3: H4&5
Periode 4: H5&6

Slide 14 - Slide

H3 kengetallen
Kengetallen zijn getallen die inzichtelijk maken hoe je bedrijf ervoor staat. 
Een kengetal is een verhoudingsgetal dat een verband aangeeft tussen twee soorten gegevens.

Bijvoorbeeld werknemers en winkeloppervlakte.

Slide 15 - Slide

Omzetkengetallen
Het vergelijken van meerdere winkels uit je branche kan een goed beeld geven van de ontwikkeling van je bedrijf. 

Je kunt nagaan of je het beter of minder goed doet dan het gemiddelde. 

Slide 16 - Slide

Kengetallen
Kengetallen zijn een soort verkeerslichten die je helpen bij het nemen van beslissingen

Ze geven snel informatie over het bedrijf: stoppen, nog net doorrijden of in volle vaart vooruit.

Slide 17 - Slide

Doel kengetallen
Kengetallen geven met een getal aan hoe je er op een bepaald terrein voor staat met je bedrijf. Dat is vooral handig als je wilt vergelijken:

-> met een voorgaande periode in je eigen bedrijf.
-> met andere, soortgelijke bedrijven.

Slide 18 - Slide

Omzetkengetallen
Een aantal kengetallen heeft te maken met omzet. Om omzet te behalen, moet je bepaalde kosten maken (zoals winkelpand en personeel). 
Met omzetkengetallen kan je uitrekenen of je niet teveel kosten maakt.

Omzetkengetallen
1. Omzet per vierkante meter winkeloppervlakte.
2. Omzet per fulltimemedewerker per gewerkt uur.

Slide 19 - Slide

Voorraadkengetallen
Heb je te veel of te weinig voorraad in je winkel of magazijn? Moet je de vrachtwagen nog een keer late komen deze week, of is dat niet nodig? 

Dit zijn vragen die te maken hebben met de voorraad en daarmee de goederenstroom.

Slide 20 - Slide

Voorraadbeheer
Zoals je geleerd hebt met goederenstroom is een strak voorraadbeheer erg belangrijk!
Voorraadkengetallen maken de voorraad inzichtelijk en zorgen dat je betere keuzes kunt maken.

Slide 21 - Slide

Goederenstroom en kengetallen
Voor de hoogte van de voorraad kun je een aantal kengetallen uitrekenen. Twee belangrijke kengetallen zijn de omzetsnelheid van de voorraad en de omzetduur van de voorraad:

1. De omzetsnelheid (omloopsnelheid) -> geef aan hoe snel producten verkocht worden; hoe vaak wordt de gemiddelde voorraad per jaar verkocht?

2. De omzetduur -> geeft aan hoe lang producten op voorraad liggen.

Slide 22 - Slide

Hoe lang liggen de producten in het magazijn?
Als de producten lang op voorraad liggen, is de omzetduur hoog en de omzetsnelheid laag.

Als de producten kort in het magazijn liggen is er een hoge omzetsnelheid en een lage omzetduur.
Fast moving consumer goods

Slide 23 - Slide

Gemiddelde voorraad
Bij voorraadkengetallen maak je gebruik van de gemiddelde voorraad


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Formule omzetsnelheid
Je gebruikt de
formule aan de
hand van welke 
gegevens je bezit.

Slide 26 - Slide

Formule omzetduur

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Voorraadefficiency
Het houden van voorraad kost geld. Je moet een ruimte reserveren, geld lenen enz. 

Anderzijds is het zo als je niets verkoopt je geen voorraad in de winkel hebt. Veel klanten gaan pas wat kopen als ze de producten kunnen zien en uitproberen. 

Slide 30 - Slide

Voorraadefficieny
Voorraad kun je ook zien als iets waar je geld in investeert. Geld dat vastzit in producten in de voorraad kun je niet ergens anders aan besteden. 

Of het houden van een bepaalde voorraad financieel verantwoord is, bereken je met het kengetal voorraadefficiency.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Opdracht
Maak opdracht  7 t/m 11

Slide 34 - Slide

Doel behaald van deze les?
Aan het einde van de les..

.. weet je voorraadkengetallen zijn.
.. leer je het verschil tussen omzetsnelheid en omzetduur.

Slide 35 - Slide

Challenge 8

Beantwoord de volgende vragen: 

1. Wat betekent de omzetsnelheid en omzetduur?
2. Wat is het voorraadefficiency en waarom is het belangrijk om uit te rekenen voor je bedrijf?


Slide 36 - Slide

Challenge 7
Schat wat de jaaromzet is op je stage, bereken wat je winkeloppervlakte is en schat met hoeveel fte's er werken op stage. 

1. Bereken de omzet per m2 WVO. Rond af op hele euro's.
2. Bereken de omzet per fte. Rond af op hele euro's.

Laat de berekeningen zien!

Slide 37 - Slide