This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4: Managementinformatiesysteem
4.1: Managementinformatie
4.2: Kengetallen personeel
4.3: Kengetallen voorraad
Slide 1 - Slide
4.1: Managementinformatie
Om de (financiële) gegevens te kunnen beoordelen en hier beleid op uit te voeren kun je gebruik maken van het management informatiesysteem
Slide 2 - Slide
4.2 Kengetallen personeel
Uit het managementinformatiesysteem kun je oa de kengetallen over de personeelskosten halen.
Personeelskosten zijn in de Retail een hele grote kostenpost. Belangrijk dus om deze goed in de gaten te houden!
veel gemaakte fouten:
- veel personeel inzetten tijdens rustige momenten
- hoger geschoold (en dus duurder) personeel inzetten op gemakkelijke taken
Slide 3 - Slide
Kengetallen personeel
- Omzet per fte
- Omzet per werkende
- Omzet per gewerkt uur (OPWU)
Slide 4 - Slide
Omzet per fte
dit is de omzet per fulltime equivalant oftewel een volledige fulltime baan. Een volledige baan is 1,0 fte. Dit betekend dat iedere werkdag 0,2 fte waard is. Iemand die bijvoorbeeld 3,5 dagen werkt staat voor 0,7 fte op de loonlijst.
Formule:
omzet per fte = omzet
aantal fte's
Slide 5 - Slide
Omzet per werkende
dit is de omzet per medewerker die in dienst is.
omzet per medewerker = omzet
aantal medewerkers
Slide 6 - Slide
Omzet per gewerkt uur (OPWU)
formule:
omzet
aantal gewerkte uren
Hiermee bereken je hoeveel omzet er per gewerkt uur behaald is. Dit is het meest gebruikte kengetal in dit verband
Slide 7 - Slide
Kengetallen personeel
Voorgaande kengetallen hebben allemaal te maken met de arbeidsproductiviteit.
Deze kengetallen zeggen op zichzelf niet zo veel. Dit krijgt pas betekenis als je het gaat vergelijken met andere gegevens, zoals die van vorige jaren, de branchegemiddelden of concurrenten.
Slide 8 - Slide
voorbeeldsom
bladzijde 150 en 151
Slide 9 - Slide
Huiswerk
opgave 1t/m 9 van hoofdstuk 4
Slide 10 - Slide
Vorige keer
4.1: managementinformatie
4.2: kengetallen personeel
Slide 11 - Slide
Vandaag
4.3: kengetallen voorraad:
- Omzetsnelheid
- Omzetduur
- Inkoopruimte (deze slaan we over, niet in examen)
- Stock-to-sales ratio (deze slaan we over, niet in examen)
- Voorraadefficiency
- Omzet per m2 Winkelvloeroppervlakte
Slide 12 - Slide
Omzetsnelheid
Het aantal keer dat in een bepaalde periode de gemiddelde voorraad verkocht wordt.
Slide 13 - Slide
Omzetsnelheid
IWO
Gemiddelde voorraad (tegen inkoopwaarde)
Afzet
Gemiddelde voorraad (in stuks)
Slide 14 - Slide
Een onderneming heeft een omzet van €1.850.000,-. De brutowinstmarge is 35%. De gemiddelde voorraad is €161.875,- Bereken de omzetsnelheid
Slide 15 - Open question
Een onderneming heeft een omzet van €890.000,- de gemiddelde verkoopwaarde is €5,- De gemiddelde voorraad is 22.250 stuks. Bereken de omzetsnelheid
Slide 16 - Open question
Omzetduur
Omzetduur is het kengetal waarmee je kunt zien hoeveel dagen er over gedaan wordt om de gemiddelde voorraad één maal te verkopen.
De omzetduur wordt ALTIJD op HELE dagen NAAR BOVEN afgerond.
Slide 17 - Slide
Omzetduur
formule:
360
omzetsnelheid
Slide 18 - Slide
Een onderneming heeft een gemiddelde voorraad van €568.000,- en een iwo van €3.408.000. Bereken de omzetduur
Slide 19 - Open question
Voorraadefficiency
Dit kengetal geeft de verhouding tussen de brutowinst en de gemiddelde voorraad weer. Oftewel: hoeveel brutowinst behaal je per geïnvesteerde euro in de voorraad.
Slide 20 - Slide
Voorraadefficiency
brutowinst
Gemiddelde voorraad (tegen inkoopwaarde)
Slide 21 - Slide
Omzet per m2 Winkelvloeroppervlakte
Dit kengetal laat zien hoe de omzet in relatie staat tot de grootte van de winkel: de winkelvloeroppervlakte (WVO)
Je gebruikt hiervoor de effectieve oppervlakte van de winkel, dus zonder magazijn, kantine, kantoor etc.
Slide 22 - Slide
Omzet per m2 Winkelvloeroppervlakte
Formule:
Omzet in een periode (jaar)
aantal vierkante meter vloeroppervlakte
Slide 23 - Slide
Huiswerk
Opgave 10 t/m 15
(vragen met inkoopruimte en stock-to-sales ratio mag je overslaan)