Les 3t, taalverzorging samengestelde zinnen NN H2

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Slide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek 
  • iPad 
  • Schrift
  • Pen

Slide 3 - Slide

Maak een foto van je huiswerk!
(of van jezelf als je geen huiswerk hebt gemaakt...)

Slide 4 - Open question

Welkom
Pak je boek,
 je schrift of een blaadje
en je pen.

Log met je iPad in deze Lessonup. 
Zie code hieronder 
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Vandaag

  • Uitleg samengestelde zinnen 
  • Vragen over samengestelde zinnen 
  • Aan de slag  
  • Extra uitleg

  • Evaluatie 

Slide 6 - Slide

H2 NN - Taalverzorging
Woordvolgorde in samengestelde zinnen 

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
- Je leert samengestelde zinnen maken. 
- Je leert de persoonsvormen in samengestelde zinnen vinden. 

Slide 8 - Slide

Enkelvoudige zinnen
Om samengestelde zinnen te begrijpen, moet je eerst weten wat enkelvoudige zinnen zijn. 

Slide 9 - Slide

Enkelvoudige zinnen






          Ik zwem in het zwembad.                                                   De fans juichen.

Slide 10 - Slide

enkelvoudige zinnen
Enkelvoudige zinnen zijn zinnen met één persoonsvorm (en één onderwerp).

Bijvoorbeeld:
Gisteren heb ik nasi gegeten bij de Chinees.
Daarvoor hebben we gezellig geschaatst op het IJsselmeer.

Slide 11 - Slide

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn zinnen met meerdere persoonsvormen en onderwerpen. 
Deze zinnen worden bijna altijd verbonden door een voegwoord

Dit is theorie voor de tweede klas, maar elke brugklasser maakt al samengestelde zinnen.

Slide 12 - Slide

Opdracht: ontdek de persoonsvormen 
en noteer die per zin. 
1. Wanneer je langdurig pijn hebt, moet je naar de huisarts gaan. 
2. Ze at haar pizza op, terwijl ze tv zat te kijken. 
3. Hoewel het weinig uitmaakt, zou ik toch voor dit type spijker kiezen. 
4. Je kunt wel zien, dat hij gek op haar is. 
5. Zoals de agent al aangegeven had, kreeg Nicolette een bekeuring van 30 euro. 
6. Ik vind het niet aardig dat je dat zegt, maar je hebt wel een beetje gelijk.




timer
6:00

Slide 13 - Slide

Antwoorden 
1. Wanneer je langdurig pijn hebt, moet je naar de huisarts gaan. 
2. Ze at haar pizza op, terwijl ze tv zat te kijken. 
3. Hoewel het weinig uitmaakt, zou ik toch voor dit type spijker kiezen. 
4. Je kunt wel zien, dat hij gek op haar is. 
5. Zoals de agent al aangegeven had, kreeg Nicolette een bekeuring van 30 euro. 
6. Ik vind het niet aardig dat je dat zegt, maar je hebt wel een beetje gelijk.




Slide 14 - Slide

Heb je nog                      vragen?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

DUS
Enkelvoudige zin = 1 persoonsvorm en 1 onderwerp

Samengestelde zin = 2 persoonsvormen en 2 onderwerpen 
(of soms zelfs meerdere persoonsvormen en meerdere onderwerpen)


Slide 17 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 op blz 58/59
Dat is ook het huiswerk. 



timer
10:00

Slide 18 - Slide

Van enkelvoudige naar 
samengestelde zinnen
Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OND)

Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OND's. Ze worden samengesteld via het voegwoord en). 

Slide 19 - Slide

Van enkelvoudige 
naar samengestelde zinnen
Ik ga naar de tandarts. Ik heb kiespijn.
(in elke zin staat 1 PV en 1 OND)
Ik ga naar de tandarts, want ik heb kiespijn.
(in de samengestelde zin staan 2 PV's en 2 OND's. Ze worden samengesteld via het voegwoord want). 

Slide 20 - Slide

Lesdoelen:
Aan het einde van deze les:
  • Ik kan  het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik benoemen.
  • Ik weet wanneer je formeel taalgebruik moet gebruiken.
  • Ik heb  geoefend met formeel taalgebruik                                            


Slide 21 - Slide

Heb je nog                      vragen?

Slide 22 - Slide

Lesdoel gehaald?
Aan het einde van deze les:
  • Je weet hoe je samengestelde zinnen kunt maken. 
  • Je weet hoe je de persoonsvormen in samengestelde zinnen vinden.                                       


Slide 23 - Slide

Ik weet wat samengestelde zinnen zijn en kan die herkennen en begrijpen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 25 - Slide

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 26 - Open question

Huiswerk
H2 - TAALVERZORGING 

Maken opdracht 1 t/m 4 op blz 58/59


Slide 27 - Slide