taal, thema 7, les 19 + 20

taal, thema 7, les 19 + 20
1 / 24
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

taal, thema 7, les 19 + 20

Slide 1 - Slide

les 19, oefening 1, zin 1:
Wat is de goede vorm van het werkwoord?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 2 - Quiz

les 19, oefening 1, zin 2:
Wat is de goede vorm van het werkwoord?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 3 - Quiz

les 19, oefening 1, zin 3:
Wat is de goede vorm van het werkwoord?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 4 - Quiz

les 19, oefening 1, zin 4:
Wat is de goede vorm van het werkwoord?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 5 - Quiz

les 19, oefening 1, zin 5:
Wat is de goede vorm van het werkwoord?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 6 - Quiz

les 19, oefening 1, zin 6:
Wat is de goede vorm van het werkwoord?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 7 - Quiz

les 19, oefening 2, zin 1:
Welke vorm van het werkwoord is gebruikt in de zin?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 8 - Quiz

les 19, oefening 2, zin 2:
Welke vorm van het werkwoord is gebruikt in de zin?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 9 - Quiz

les 19, oefening 2, zin 3:
Welke vorm van het werkwoord is gebruikt in de zin?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 10 - Quiz

les 19, oefening 2, zin 4:
Welke vorm van het werkwoord is gebruikt in de zin?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 11 - Quiz

les 19, oefening 2, zin 5:
Welke vorm van het werkwoord is gebruikt in de zin?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 12 - Quiz

les 19, oefening 2, zin 6:
Welke vorm van het werkwoord is gebruikt in de zin?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 13 - Quiz

les 20, oefening 1, zin 1:
Wat is het werkwoord in de zin?

Slide 14 - Open question

les 20, oefening 1, zin 3:
Wat is het werkwoord in de zin?

Slide 15 - Open question

les 20, oefening 1, zin 4:
Wat is het werkwoord in de zin?

Slide 16 - Open question

les 20, oefening 1, zin 5:
Wat is het werkwoord in de zin?

Slide 17 - Open question

les 20, oefening 1, zin 6:
Wat is het werkwoord in de zin?

Slide 18 - Open question

les 20, oefening 2, zin 1:
Welke vorm van "hebben" of "zijn"?

Slide 19 - Open question

les 20, oefening 2, zin 2:
Welke vorm van "hebben" of "zijn"?

Slide 20 - Open question

les 20, oefening 2, zin 3:
Welke vorm van "hebben" of "zijn"?

Slide 21 - Open question

les 20, oefening 2, zin 4:
Welke vorm van "hebben" of "zijn"?

Slide 22 - Open question

les 20, oefening 2, zin 5:
Welke vorm van "hebben" of "zijn"?

Slide 23 - Open question

les 20, oefening 2, zin 6:
Welke vorm van "hebben" of "zijn"?

Slide 24 - Open question