This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom Mh1g
Ga rustig op je plek zitten:
Pak je NN boek en schrift voor je
Sla het boek open op blz. 32
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
weet je wat alinea's zijn.
weet je wat kernzinnen zijn.
kun je uitleggen hoe je kernzinnen kunt vinden.
kun je van een alinea bepalen wat de kernzin is.
Slide 2 - Slide
Alinea
Een tekst is in stukjes verdeeld. Zo'n stukje is een alinea.
Alinea
- Bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen omdat ze over hetzelfde gaan.
- Iedere nieuwe alinea begint op een nieuwe regel, na een witregel.
Slide 3 - Slide
Hoofdzaken
Wat belangrijk is in een tekst.
Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.
Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.
Slide 4 - Slide
Hoofdzaken in een alinea
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?
Vaak in de eerste, de tweedeen/of de laatste zinvan een alinea.
Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingenof een verdere uitleg, dat zijn bijzaken. Denk aan de hamburger...
Stel jezelf de volgende vragen:
Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?
Let op: sommige alinea's bevatten geen hoofdzaken.
Slide 5 - Slide
Kernzinnen
In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.
Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.
Een alinea kan meerdere hoofdzaken bevatten, maar heeft maar één kernzin.
Slide 6 - Slide
Kernzinnen
Een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea.
Soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord.
Slide 7 - Slide
Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea
Slide 8 - Quiz
Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan
Slide 9 - Quiz
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 10 - Quiz
nos.nl
Slide 11 - Link
Wat is het onderwerp van de tekst?
timer
1:00
Slide 12 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de eerste alinea.
timer
0:45
Slide 13 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de tweede alinea.
timer
0:45
Slide 14 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de derde alinea.
timer
0:45
Slide 15 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de vierde alinea.
timer
0:45
Slide 16 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de vijfde alinea.
timer
0:45
Slide 17 - Open question
Wat zou een goede tussenkop zijn bij alinea 5 en 6?
timer
0:45
Slide 18 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de zesde alinea.
timer
0:45
Slide 19 - Open question
Wat zou een goede tussenkop zijn bij alinea 6 en 7?
timer
0:45
Slide 20 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de zevende alinea.
timer
0:45
Slide 21 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de achtste alinea.
timer
0:45
Slide 22 - Open question
Noteer welke zin de kernzin is van de laatste alinea.
timer
0:45
Slide 23 - Open question
Formuleer de hoofdgedachte van de tekst.
timer
1:00
Slide 24 - Open question
Aan de slag
Maak opdracht 1, 2 en 3 van blz 32/33 in je schrift. Opdracht 1 en 2 mag je in je boek maken. Opdracht 3 maak je in je schrift. Bij vraag 3 mag je wel de kernzinnen markeren in je boek (met potlood ivm eventuele verbeteringen!).