Werkwoordspelling: verleden tijd - sterke werkwoorden
Opdrachten maken
Instaptoets Nederlands (Studiemeter)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Planning
Theorie
Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd
Werkwoordspelling: verleden tijd - sterke werkwoorden
Opdrachten maken
Instaptoets Nederlands (Studiemeter)
Slide 1 - Slide
Hoe zat het ook alweer? Vul de zin aan. 'Veel werkwoorden eindigen in de tegenwoordige tijd op...'
Slide 2 - Mind map
Nederlands
13 september 2022
Slide 3 - Slide
Vervoegen in tegenwoordige tijd
Veel werkwoorden eindigen in tegenwoordige tijd op -en
Ik-vorm vinden? hele werkwoord -en
Slide 4 - Slide
Je kunt een schema gebruiken om werkwoorden in de tegenwoordige tijd te vervoegen. Sleep de onderdelen naar de juiste plek om een kloppend schema te krijgen.
onderwerp
vervoeging
ik
jij/je/u
hij/zij/het
wij
jullie
zij
hele werkwoord
hele werkwoord
ik-vorm
ik-vorm + t
ik-vorm + t
hele werkwoord
Slide 5 - Drag question
Sleep de onderdelen naar de juiste plek om het werkwoord 'vinden' te vervoegen.
onderwerp
vervoeging
ik
jij/je/u
hij/zij/het
wij
jullie
zij
vinden
vinden
vinden
vindt
vindt
vind
Slide 6 - Drag question
Klinkers en medeklinkers
Wat zijn klinkers?
Wat zijn medeklinkers
Slide 7 - Slide
Uitzonderingen
In sommige gevallen is -en niet voldoende
Als uitspraak van woord verandert als -en van hele werkwoord haalt > klinker verdubbelen
delen
deel
Als hele werkwoord zonder -en op dubbele medeklinker eindigt > medeklinker weghalen
bloggen
blog
Als hele werkwoord zonder -en op v eindigt > letter veranderen in -f
leven
leef
Als hele werkwoord zonder -en op z eindigt > letter veranderen in -s
lezen
lees
Slide 8 - Slide
Noem een ander werkwoord waar de uitspraak verandert als je -en van het hele werkwoord haalt (vb: delen - deel)
Slide 9 - Mind map
Noem een ander werkwoord waar je een medeklinker weghaalt als het hele werkwoord zonder -en op een dubbele medeklinker eindigt.(vb: bloggen - blog)
Slide 10 - Mind map
Noem een ander werkwoord waar het hele werkwoord zonder -en eindigt op een V en deze verandert in een F.(vb: leven - leef)
Slide 11 - Mind map
Noem een ander werkwoord waar het hele werkwoord zonder -en eindigt op een Z en deze verandert in een S. (vb: lezen - lees)
Slide 12 - Mind map
Engelse werkwoorden
Op dezelfde manier vervoegen als Nederlandse werkwoorden die eindigen op -en
Bepalen van ik-vorm gaat soms anders
Alleen -n weghalen i.p.v. -en
Anders is uitspraak van werkwoord anders
downloaden
facetimen
ik
download
facetime
jij/je/u
downloadt
facetimet
hij/zij/het
downloadt
facetimet
Slide 13 - Slide
Verleden tijd
Zwakke werkwoorden krijgen in verleden tijd achter ik-vorm:
enkelvoud: de/te
meervoud: den/ten
Sterke werkwoorden > geen regels > gebruiken/onthouden/opzoeken
Slide 14 - Slide
Als je van het hele werkwoord -en afhaalt en de laatste letter staat in het 't ex-kofschip, komt er dan -te(n) of -de(n) achter de ik-vorm?
A
te(n)
B
de(n)
Slide 15 - Quiz
Verleden tijd
Theorie doornemen op blz. 48
Slide 16 - Slide
Huiswerk
Opdrachten
Boek 3F deel A - thema 1 - H3 - Opdracht 1 t/m 5
Studiemeter
Instaptoets Studiemeter - niveau 2F
Werkwoordspelling 2F - tegenwoordige tijd (5 oefeningen)
Verleden tijd 2F- sterke en onregelmatige werkwoorden