Diabetes, insuline toedienen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
verpleegkundeBeroepsopleiding

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is de
officiële
benaming van suikerziekte?
timer
0:10
A
Diabetes Type
B
Diabetes Expectus
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus

Slide 2 - Quiz

Welk type diabetes
is acuut
afhankelijk van insuline
timer
0:10
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2

Slide 3 - Quiz

Alvleesklier
Opgebouwd 
uit 
lobben met elk 
hun eigen 
afvoergang - 
komen uit in 
de 
alvleesklierbuis

Slide 4 - Slide

Eilandjes van langerhans
Alvleesklier maakt hormonen 
  • insuline - verlaagt glucose in het bloed
  • glucagon - verhoogt glucose gehalte in het bloed. 


Slide 5 - Slide

Insuline en Glucagon
Insuline: 
  • Hormoon dat een belangrijke rol speelt bij de glucose waarde.
  • Een tekort of geen aanmaak leidt tot diabetes.
  • Wordt aangemaakt in de alvleesklier.

Glucagon:
  • Hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier, verhoogt glucose in het bloed.
  • Verhoogt de bloedsuikerspiegel als deze daalt. 
  • Word aangemaakt in de alvleesklier

 


Slide 6 - Slide

Welk orgaan
maakt insuline aan?
timer
0:10
A
Lever
B
Galblaas
C
Nieren
D
Alvleesklier

Slide 7 - Quiz

Wat is de normaal waarde van
bloedsuiker wanneer je
geen diabetes mellitus hebt?
timer
0:10
A
tussen 4 en 8 mmol
B
tussen 4- 10 mmol
C
tussen 4- 6 mmol
D
tussen 4 -15 mmol

Slide 8 - Quiz

timer
1:00
Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Hormoon dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
glucose
glucagon

Slide 9 - Drag question

timer
1:00
Hyperglycemie
Hypoglycemie
Veel
plassen
bleekheid
Beven
Dorst
honger
Wisselend humeur
slaperigheid
Moeheid
Slecht zien
Hoofdpijn
zweten
droge mond ( tong)

Slide 10 - Drag question

Wat geef je iemand die een hypo heeft?
A
water
B
limonadesiroop

Slide 11 - Quiz

Wat kan een oorzaak van een hypo zijn!

Slide 12 - Mind map

Wat kan een oorzaak van een Hyper zijn?

Slide 13 - Mind map

Nu gaan we verder met de vragen over de vaardigheid "insuline toedienen met een insulinepen"

Slide 14 - Slide

Hoelang mag je een aangebroken insulinepen bewaren?
A
4 tot 8 weken
B
tot de houdbaarheidsdatum die op de verpakking staat
C
tot 3 maanden
D
1 tot 2 weken

Slide 15 - Quiz

Sinds wanneer is het gebruik van veilige pennaalden verplicht in Nederland?

Slide 16 - Open question

Welk gebied is minder geschikt als injectiegebied?
A
Billen
B
Bovenarm

Slide 17 - Quiz

waar of niet waar:
Spuitplekken heet ook wel "Lipodystrofie"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar:
Als er minder eenheden in de insulinepen zit dan er toegediend moet worden pak je een nieuwe insulinepen!
A
Niet waar
B
Waar

Slide 19 - Quiz

Wat zijn aandachtspunten voor het injecteren?
A
een insulinepen is voor strikt individueel gebruik
B
injecteer nooit in een beschadigde huid
C
schud de insulinepen met troebel insuline minstens 10x
D
door minimaal 2 eenheden weg te spuiten controleer je de insulinepen en de naald

Slide 20 - Quiz

Wat vonden jullie van deze lessonUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll